2 - VEILIGHEIDSRIEM
U mag in geen geval de heftruck gebruiken als de veiligheidsgordel defect is (bevestiging, blokkering, gescheurd enz.).
- Ga in de juiste houding zitting op de stoel.
- Controleer of de veiligheidsriem niet is ineengestrengeld is.
- De riem ten hoogte van het bekken omdoen.
- De riem vastgespen en controleren of hij naar behoren is geblokkeerd.
- De riem op uw postuur afstellen zonder het bekken samen te drukken en zonder te veel speling.
3 - HANDGREEP VOOR INCLINATIE VAN HET STUUR
- Handgreep 1 naar voren duwen.
- Het stuur in de gewenste stand kantelen.
- De handgreep weer terugtrekken om de stand te vergrendelen.
4 - DASHBOARD CONTROLEORGANEN EN CONTROLELAMPJES
CONTROLE ORGANEN
A - BRANDSTOF PEIL
Enkel voor MI-X .. D
MI .. D
De zone A1 geeft aan dat u op de reserve rijdt en dat de tijd waarover
u nog kunt beschikken beperkt is.
B - WATERTEMPERATUUR VERBRANDINGSMOTOR
• B1 - Zone 0° - 50° Gematigd gebruik van de heftruck. Wacht
tot de temperatuur stijgt voor een optimaal gebruik.
• B2 - Zone 60° - 105° Normaal gebruik van de heftruck.
• B3 - Zone 110° Gematigd gebruik van de heftruck. Let op de temperatuur.
• B4 - Zone 120° De heftruck, stopt. Spoor de oorzaak van de oververhitting op.
C - URENTELLER
D - GROEN CONTROLELAMPJE KNIPPERLICHT LINKS
E - GROEN CONTROLELAMPJE KNIPPERLICHT RECHTS
BELANGRIJK
De veiligheidsgordel onmiddellijk repareren of vervangen.
2-27
A
A1
D
B
B1
B2
B3
B4
1
E
C