9 - RIJRICHTINGSCHAKELAAR VOORUIT/VRIJ/ACHTERUIT
De rijrichting van de heftruck alleen omzetten als men langzaam (minder dan 2km/u)
rijdt, zonder gas te geven. Dankzij een indexering in de vrije stand kan men voorkomen
dat men ongewenst de rijrichting omkeert.
VOORUIT
• A - Lage snelheid:
• B - Hoge snelheid:
VRIJE STAND
• C - De hendel moet in de vrije stand staan als men de heftruck wil starten.
ACHTERUIT
• D - Duw hendel omlaag.
OPMERKING: De achteruitrijdlichten en geluidssignaal bij het achteruitrijden geven
aan dat de heftruck achteruit rijdt.
VEILIGHEID TIJDENS HET VERPLAATSEN VAN DE HEFTRUCK
De toestemming om de heftruck te verplaatsen wordt gecontroleerd door een elektronisch module. Als de bediener de
heftruck naar voren of naar achteren wenst te verplaatsen, moet hij de volgende sequentie in acht nemen:
• 1 - naar behoren gaan zitten op de chauffeursstoel,
• 2 - de parkeerrem loszetten,
• 3 - de versnelling vooruit of achteruit instellen.
Om de heftruck te stoppen, moet hij de volgende sequentie in acht nemen:
• 1 - zet de rijrichtingschakelaar in de vrije stand,
• 2 - de parkeerrem aantrekken,
• 3 - uit de heftruck stappen.
OPMERKING: Indien de operator zijn stuurpost verlaat met de versnelling ingeschakeld in vooruit of achteruit, zal de
heftruck kort daarna tot stilstand komen De operator moet terug gaan zitten en de rijrichtingschakelaar in
de neutrale stand zetten, en de versnelling vooruit of achteruit schakelen om verder te rijden. De operator
moet opnieuw gaan zitten vooraleer de heftruck stopt en de verplaatsing verder zetten.
10 - GASPEDAAL
11 - BEDRIJFSREMPEDAAL EN ONDERBREKING TRANSMISSIE
Het pedaal A bedient de voor- en achterwielen middels een hydraulisch bekrachtigd
remsysteem om de snelheid te verminderen en de heftruck tot stilstand te brengen.
Het pedaal B bedient op progressieve wijze de overbrenging vooraleer in te werken
op de voorwielen middels een hydraulisch bekrachtigd remsysteem om de snelheid te
verminderen en de heftruck tot stilstand te brengen.
OPMERKING: Om de heftruck tot stilstand te brengen met de rijrichtingsschakelaar
in vooruit of achteruit, de voet op het pedaal A of B de heftruck tot
stilstand te brengen.
Langdurig gebruik van de bedrijfsrempedaal en de onderbreking van de overbrenging veroorzaakt oververhitting en
12 - HENDEL HANDREM
Om te voorkomen dat men de handrem onverwacht en ongewild losmaakt, is de hendel
voorzien van een veiligheidsblokkeringssysteem.
- Om de handrem aan te trekken, het rempedaal indrukken en de hendel naar
achteren trekken (stand A).
- Om de handrem los te maken, druk op knop 1 en druk de hendel naar voren (positie B).
OPMERKING: Als de handrem wordt uitgeschakeld zonder de aanwezigheid van de
chauffeur, wordt een intermitterende pieptoon uitgezonden.
Duw de hendel omhoog.
Duw de hendel opnieuw omhoog.
BELANGRIJK
kan schade aan de overbrenging toebrengen.
2-32
B
A
C
D
B
A
1
B
A