Gebruiksaanwijzing
(voor de gebruiker en de installateur)
1 Werking en bediening
De LWHZ 300 E wordt door uw
installateur opgesteld, aangesloten en
bedrijfsklaar opgeleverd. Desondanks dient
u zich met de belangrijkste technische
omstandigheden van het toestel
vertrouwd te maken.
1.1 Toestel- en functiebeschrijving
De LWHZ 300 E is een gecombineerd
verwarmings- en ventilatietoestel met
warmteterugwinning met decentrale
luchttoevoer. Een warmtepomp onttrekt
via een kanalenstelsel thermische energie
aan de afvoerlucht uit bad, keuken, WC en
dergelijke ruimten. Deze energie wordt
met de warmtepomp op een hoger
temperatuurniveau gebracht, waardoor het
water in het reservoir en het
verwarmingssysteem verwarmd kan
worden. Als er geen warmte voor de
verwarming nodig is, dan verwarmt de
waterpomp het water in het reservoir.
Via kleppen in de buitenmuur wordt
permanent en volledig tochtvrij frisse
buitenlucht toegevoerd, die de naar de
warmtepomp toegevoerde verbruikte
lucht vervangt.
Tijdens de stookperiode dient de
teruggewonnen energie primair voor de
verwarmingsinstallatie; de
warmwaterbereiding vindt dan via
elektrische verwarmingselementen plaats.
Bij lagere temperaturen zorgt de LWHZ
300 E door een ingebouwde elektrische
verwarmingsketel voor de nog resterende
behoefte aan warmte. De afgekoelde lucht
wordt als afvoerlucht door een
kanalenstelsel afgevoerd.
Het toestel onttrekt ook vocht aan de
lucht, dat als condenswater beschikbaar
komt en moet worden afgevoerd.
Hiervoor is een slangaansluiting aanwezig.
De LWHZ 300E wordt door een
buitentemperatuur-afhankelijke
aanvoerwatertemperatuurregeling
gestuurd. Dit betekent, dat de
aanvoerwatertemperatuur bij dalende
buitentemperatuur stijgt.
1.2 Deskundig gebruik
Het gecombineerde verwarmings- en
ventilatietoestel met warmteterugwinning
is voor het onttrekken van warmte aan de
afvoerlucht uit bad, keuken, WC en
dergelijke ruimten ontworpen om met
deze energie drinkwater te verwarmen en
de verwarming van de woning veilig te
stellen.
1.3 Ondeskundig gebruik
Niet toegestaan zijn:
– het gebruik bij vethoudende
afvoerlucht.
– het verwarmen van andere vloeistoffen
dan drinkwater en verwarmingswater
– opstelling van het toestel
a) in de buitenlucht
b) in vorstgevaarlijke ruimten
c) in ruimten, die door stof, gassen of
dampen explosiegevaarlijk zijn.
– gebruik van het toestel
a) zonder afzuig- en afvoerkanaal
b) zonder ventilatiefunctie
c) met een leeg reservoir
1.4 Onderhoud en reiniging
De LWHZ 300 E is praktisch
onderhoudsvrij.
Voor het onderhoud is uw installateur de
aangewezen persoon.
1.4.1 Het reinigen van het fzuigfilter
Om een correct functioneren van de
warmtepomp te garanderen, is het
noodzakelijk dat het afzuigfilter (zie Afb. 2
en 18, pos. 6) met regelmatige
tussenpozen, of als het rode signaallampje
permanent brandt, wordt gereinigd en
indien nodig wordt vervangen. Het
luchtfilter in warm water uitspoelen of met
een stofzuiger reinigen.
Afzuigfilter reinigen
Afb. 2
1.4.2 Beschermanode
In het bovenste gedeelte van het
warmwaterreservoir is een
onderhoudsvrije parasitaire stroom-
beschermanode ingebouwd.
1.4.3 Het reinigen van de afzuig- en
buitenmuurkleppen
Om een correct functioneren van de
kleppen te garanderen, moeten deze
tweemaal per jaar worden gereinigd.
Hiertoe moet de klep voorzichtig worden
uitgetrokken en met water en een
vaatwasmiddel worden uitgewassen. Het
luchtfilter in warm water uitspoelen of met
een stofzuiger reinigen. De instelling van
de klep mag hierbij niet worden gewijzigd.
De klep vervolgens laten drogen en weer
inzetten.
Bij ingebruikname van de installatie werd
elke klep afzonderlijk afgesteld. Reinig
daarom telkens maar één klep om
verwisselingen te voorkomen.
Door ondeskundige omgang met
de koelmiddelkringloop en evt.
uitstromend koelmiddel kan in
combinatie met lucht en het gelijktijdig
aanwezig zijn van een ontstekingsbron
brand ontstaan.
1.5 Veiligheidsaanwijzingen,
bepalingen en normen
Voor de veiligheid van de gebruiker:
De montage, de aansluiting en de
ingebruikname mogen uitsluitend door een
erkend installateur volgens deze
voorschriften worden uitgevoerd.
Dit geldt ook voor wijzigingen aan het
toestel, de armaturen en leidingen.
In acht genomen moeten worden:
De desbetreffende bouwverordeningen
alsmede de plaatselijke bouwvoorschriften.
De bepalingen en voorschriften van het
plaatselijke energiebedrijf.
In acht te nemen normen:
VDE 0100
DIN 1988
Technische regels voor
drinkwaterinstallaties.
DIN 4751 Deel 3
Verwarmingsinstallaties;
veiligheidstechnische uitrusting van
warmwaterverwarmingsinstallaties met
aanvoertemperaturen tot 110 °C.
3