7. Laat de nieuwe riem door de hulp-pitmanarm van de
spanpoelie en rond de spanpoelie lopen (Fig. 44).
3
1
4
5
6
Figuur 44
Bovenaanzicht
1. Buitenmoer
2. Spanpoelie
3. Hulp-pitmanarm
4. Veeroogbout
8. Trek de spanpoelie in de richting die wordt aangegeven
in Figuur 44 en laat de riem over de andere poelies
lopen (Fig. 45).
Opmerking: Controleer of een stuk van 3 mm van de
draad van de veeroogbout zichtbaar is (Fig. 44).
9. Monteer de drijfriemkappen op de buitenste assen.
4
Figuur 45
Bovenaanzicht
1. Drijfriem van maaidek
2. Hulp-pitmanarm
3. Buitenste poelie
7
2
m–4197
5. Veer
6. 3 mm
7. Drijfriem van maaidek
1
5
2 3
m–5157
4. Veer
5. Spanpoelie
36
Maaidek verwijderen
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.
2. Schakel de aftakas uit, zet de schakelhendels in de
neutraalstand en stel de parkeerrem in werking.
3. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen alvorens de bestuurderspositie te verlaten.
4. Zet de maaihoogtehendel in de laagste stand.
5. Verwijder de R-pen en de gaffelpen uit de gaffels van de
voorste draaipenstangen (Fig. 46).
2
1
Figuur 46
1. R-pen en gaffelpen
6. Verwijder de R-pen en de gaffelpen uit de achterste
draaipenstang (Fig. 47) aan beide kanten van het
maaidek.
7. Verwijder de R-pen en de ring op de stelbeugels van het
maaidek (Fig. 47) aan beide kanten van het maaidek.
Onthoud in welk gat de stelbeugel is geplaatst voor latere
montage. Schuif de beugels van de bevestigingspen.
2
1
Figuur 47
1. R-pen en gaffelpen
2. Achterste draaipenstang
8. Schuif het maaidek naar achteren om de drijfriem van
het maaidek te verwijderen van de motorpoelie.
9. Schuif het maaidek weg van onder de tractor.
Opmerking: Bewaar alle onderdelen voor latere montage.
m–5178
2. Voorste draaipen
3
4
m–5177
3. R-pen en ring
4. Stelbeugel