Antiscalpeerrollers afstellen
Als u de maaihoogte wijzigt, verdient het de aanbeveling de
hoogte van de antiscalpeerrollers in te stellen.
1. Schakel de aftakas uit, zet de schakelhendels in de
neutraalstand en stel de parkeerrem in werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen alvorens de bestuurderspositie te verlaten.
3. Nadat u de maaihoogte hebt ingesteld, verwijdert u de
moer en de ring terwijl u de bout met een sleutel
vasthoudt (Fig. 12).
Opmerking: Wielmoer en ring niet verwijderen (Fig. 12).
4
3
2
Figuur 12
1. Maatwiel
2. Bout
3. Ring
4. Kies een opening en let er hierbij op dat het maatwiel is
geplaatst bij de dichtstbijzijnde, door u gewenste
corresponderende maaihoogte (Fig. 12).
5. Plaats de boutmoer en de ring (Fig. 12).
6. Stel vervolgens ook de andere maatwielen af.
Bestuurdersstoel instellen
U kunt de stoel naar voren en naar achteren verschuiven.
De positie van de stoel moet zo zijn dat u de machine het
best kunt bedienen en dat u comfortabel zit.
1. Til de stoel op en draai de instelknoppen los (Fig. 13).
2. Verschuif de zitting in de gewenste positie en draai de
knoppen weer vast.
1
5
m–4167
4. Moer
5. Wielmoer en ring. Niet
verwijderen.
18
1
Figuur 13
1. Instelknoppen
Schakelhendels afstellen
De schakelhendels kunnen hoger of lager worden gesteld
overeenkomstig de wensen van de bestuurder.
1. Verwijder de 2 schroeven en de klemringen waarmee de
schakelhendel is bevestigd aan de schacht van de
bedieningsarm (Fig. 14).
1
2
3
Figuur 14
1. Schakelhendel
2. Schroef
3. Klemring
2. Zet de schakelhendel in de volgende groep gaten. Zet de
hendel vast met de twee schroeven en de klemringen.
De holle kant van de ring moet zijn gericht naar de
schacht van de bedieningsarm (Fig. 14).
3. Stel vervolgens ook de andere schakelhendel af.
m–5163
4
m–5215
4. Schacht van
bedieningsarm