2. Papier plaatsen
Papier in de handinvoer plaatsen
• Voor meer informatie over welke papierformaten en -soorten in welke laden geplaatst kunnen
worden, zie Pag. 48 "Specificaties papierformaat" en Pag. 51 "Specificaties papiertype".
• Controleer of de stapel papier niet hoger is dan de limietmarkering. Het plaatsen van te veel
papier kan papierstoringen veroorzaken.
• Meng verschillende soorten papier niet.
• Geef na het plaatsen van het papier het papierformaat en -type aan met het bedieningspaneel.
Wanneer u een document afdrukt, moet u in het printerstuurprogramma de papiersoort en het
papiertype opgeven die u ook via het bedieningspaneel heeft ingesteld.
• Als u etikettenpapier plaatst, doe dit dan met één vel per keer.
• De papierinvoeromstandigheden en afdrukkwaliteit kunnen variëren, afhankelijk van de
papierdikte en -breedte. Maak eerst een testafdruk met hetzelfde papier.
1.
Open de handinvoer.
Trek het verlengstuk uit als u papier van A4-formaat , 8
60
DPL019
1
/
× 11 of groter plaatst.
2
DPL020