1. Snel aan de slag
4.
Breng de interfacekaart volledig op zijn plaats.
Ga na of de interfacekaart goed bevestigd is aan de controllerkaart.
5.
Draai de twee schroeven vast om de interfacekaart vast te zetten.
6.
Steek het netsnoer in het stopcontact en zet de printer aan.
7.
Druk de configuratiepagina af om na te gaan of de interface-eenheid op de juiste manier
is bevestigd.
• Als de kaart niet juist is geïnstalleerd, herhaal dan de procedure vanaf het begin. Als de eenheid
ook bij een nieuwe installatiepoging niet correct kan worden geïnstalleerd, neem dan contact op
met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger.
De USB-apparaatserver installeren
De optionele USB-apparaatserver is een interfacekaart die een Ethernet-poort aan de printer toevoegt.
Wanneer deze optie geïnstalleerd is, kunnen er twee Ethernet-kabels tegelijkertijd worden aangesloten
via de standaardpoort op de printer en een extra poort op de server voor USB-apparaten. U kunt
verschillende IP-adressen toewijzen aan elke poort, zodat de printer de taken kan afdrukken vanaf
verschillende netwerksegmenten.
22
DPL014
DPL015