Opnemen van een uitvoering
Kenmerken van de MIDI-recorder en audiorecorder
De Digitale Piano heeft twee opnamefunties: een MIDI-recorder en een audiorecorder. Afhankelijk van
het type gegevens dat u wilt opnemen of weergeven, moet u de [Replayer/Recorder] instelling
omschakelen tussen <MIDI-recorder> en <Audiorecorder>.
Opnamekenmerken
MIDI-recorder
De uitvoeringen worden omgezet naar MIDI-gegevens
(gegevensdomein waar uitvoeringen worden opgenomen) in het interne geheugen.
• De toetsenbord-uitvoeringsinformatie (aanslaan en loslaten van klaviertoetsen, aanslagsterkte enz.)
wordt als MIDI-gegevens opgenomen.
• MIDI-gegevens zijn uiterst compact en nemen weinig geheugenruimte in beslag in vergelijking met
audiogegevens en kunnen naderhand op een computer e.d. worden bewerkt.
• Er kan één melodie worden opgenomen. Wanneer een nieuwe opname wordt gemaakt, wordt de
vorige opname gewist.
• Het maximale aantal noten dat in één melodie kan worden opgenomen is ongeveer 30.000 noten, in
totaal voor beide sporen.
* MIDI
MIDI is de afkorting voor "Musical Instrument Digital Interface" (digitale interface voor
muziekinstrumenten). Dit is een uniforme standaard waarmee uitvoeringsinformatie (aanslaan en
loslaten van klaviertoetsen, aanslagsterkte enz.) kan worden uitgewisseld tussen elektronische
muziekinstrumenten, of tussen elektronische muziekinstrumenten en computerapparatuur, ongeacht
de fabrikant. De uitvoeringsgegevens die worden uitgewisseld, worden MIDI-gegevens genoemd.
U kunt ook:
Het spoor voor het rechterhandgedeelte opnemen terwijl het spoor voor het linkerhandgedeelte
wordt weergegeven.
Spoor voor
linkerhandgedeelte
Spoor voor
rechterhandgedeelte
*
Toetsenborduitvoering
NL-72
en opgenomen op twee sporen
Toetsenborduitvoering
Opnemen van een uitvoering
Wordt weergegeven