Bediening van de tiptoetsen in combinatie met de klaviertoetsen
Door de tiptoetsen (behalve de "0(opname)" toets) en de klaviertoetsen in combinatie te gebruiken,
kunt u diverse instellingen veranderen.
• De items die kunnen worden ingesteld verschillen afhankelijk van de tiptoets die wordt aangetikt.
• De bediening op het toetsenbord is afhankelijk van het item dat u instelt.
• De visuele informatiebalk knippert overeenkomstig de ingestelde waarde.
• Er zijn vijf typen bediening zoals hieronder beschreven:
Rechtstreeks selecteren van een instelwaarde (bedieningstype A)
• Selecteer de instelwaarde die aan de klaviertoets is toegewezen.
Voorbeeld: Selecteren van een toon
Houd de "GRAND PIANO" toets ingedrukt en druk dan op een van de E3 t/m F5
klaviertoetsen (Toonselectie).
• Zie "Toonlijst" voor de tonen die voor elke klaviertoets beschikbaar zijn.
• De visuele informatiebalk knippert op de plaats (bij benadering) van de geselecteerde waarde.
A0
C1
C2
C3
NL-21
Lees dit eerst (basisbediening en instellingen)
C4
C5
C6
E3 - F5
C7
C8