Verschuiven in octaven (Octaafverschuiving)
De toonhoogte van het geluid kan in eenheden van een octaaf worden verhoogd of verlaagd.
Bij gebruik van [Lagen] kan de instelling voor elk gedeelte (Upper1 en Upper2) onafhankelijk van elkaar
worden gemaakt.
Zie
"Twee tonen gelaagd laten klinken
bijbehorende gedeelten.
Verschuiven van het Upper1 gedeelte met één octaaf
Houd de "GRAND PIANO" toets ingedrukt en druk dan op de B0 of C1 klaviertoets.
Gebruik van de +/– klaviertoetsen om de instelwaarde met 1 te verhogen of verlagen
(bedieningstype B)
• Instelwaarde: –2 t/m +2 octaven
• Standaardwaarde: 0
Klaviertoets
B0
C1
B0 + C1
Verschuiven van het Upper2 gedeelte met één octaaf
Houd de "GRAND PIANO" toets ingedrukt en druk dan op de E}7 of E7 klaviertoets.
Gebruik van de +/– klaviertoetsen om de instelwaarde met 1 te verhogen of verlagen
(bedieningstype B)
• Instelwaarde: –2 t/m +2 octaven
• Standaardwaarde: 0
Klaviertoets
E}7
E7
E}7 + E7
(Lagen)" voor meer informatie over de lagenfunctie en de
A0
C1
C2
B0
C1
Upper1 Verlaagt de toonhoogte van het gedeelte met één octaaf (–).
Upper1 Verhoogt de toonhoogte van het gedeelte met één octaaf (+).
Upper1 De toonhoogte van het gedeelte wordt teruggezet op de standaardinstelling.
A0
C1
C2
Upper2 Verlaagt de toonhoogte van het gedeelte met één octaaf (–).
Upper2 Verhoogt de toonhoogte van het gedeelte met één octaaf (+).
Upper2 De toonhoogte van het gedeelte wordt teruggezet op de standaardinstelling.
Afstellen van de toonhoogte van het geluid
C3
C4
C5
Instelling
C3
C4
C5
Instelling
NL-61
C6
C7
C8
C6
C7
E 7
E7