In-/uitschakelen of veranderen van instelwaarden met behulp van een enkele
klaviertoets (bedieningstype D)
• Telkens wanneer op de klaviertoets wordt gedrukt, zal de instelling worden veranderd.
• Wanneer op de klaviertoets wordt gedrukt, klinkt er een geluid overeenkomstig de ingestelde
waarde.
Voorbeeld: Bediening van de toetsen vergrendelen
Houd de "FUNCTION" toets ingedrukt en druk dan op de C8 klaviertoets
(Paneelvergrendeling).
• De visuele informatiebalk knippert op de plaats (bij benadering) van de geselecteerde waarde.
(Links: Uit, Midden: Aan, Rechts: Automatisch)
• Zie "Paneelvergrendeling" voor verdere informatie.
A0
C1
C2
C3
NL-24
Lees dit eerst (basisbediening en instellingen)
C4
C5
C6
C7
C8
C8