6 Inbedrijfstelling
Het door de klant geleverde leidingwerk is gereinigd.
De pompset wordt volgens de voorschriften elektrisch aangesloten.
De pompset is goed geaard.
De smeermiddelen zijn gecontroleerd.
De pompset is onbeschadigd
6.1 Vullen
Personeel
Machinemonteur
o
1. Vul pomp en zuigleiding met het verpompte medium.
2. Ontlucht de pomp en de pijpleiding met behulp van de juiste ontluchtingsmethoden, afhankelijk
van de plaats van opstelling.
3. Open de afsluitklep van de zuigleiding volledig.
Pomp- en leidingsysteem verkeerd gevuld en/of ontlucht. Lekkage van hete, giftige, bijtende of
brandende media!
Neem de veiligheidsvoorschriften en -procedures in acht bij de omgang met de te
verpompen media.
Als er hete vloeistoffen worden verpompt, zal de temperatuur van het pompoppervlak aanzienlijk
stijgen. Risico op verbranding.
Zorg voor adequate veiligheidsmaatregelen om het aanraken van hete oppervlakken te
voorkomen.
Installatie- of onderhoudswerkzaamheden aan leidingsystemen kunnen leiden tot vervuiling van het
systeem met vloeistoffen of deeltjes die de pomp kunnen beschadigen (bijv. metaalstof van het
slijpen).
Zorg er altijd voor dat u het leidingsysteem goed doorspoelt voordat u het op de pomp
aansluit.
Thermische schokken kunnen leiden tot het barsten van keramische lagers en het keramische containment.
De temperatuur van de verpompte vloeistof in de pomp moet worden gewijzigd met een
maximum van 100 K/min. Wees uiterst voorzichtig bij het vullen van de pomp met een hete
vloeistof!
CBMM/CBME Gebruikersinstructie - OIM_ISOMAG - NL - 00
KENNISGEVING
KENNISGEVING
Pagina 34 van 73