5.8 Tot stand brengen van de elektrische aansluitingen
Personeel
Specialist voor elektrische installaties
o
Afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden wordt een frequentieomvormer geïnstalleerd als dit,
in overeenstemming met de geldende voorschriften en/of de toepassing, noodzakelijk is om de
pompeenheid te laten werken.
Het gekozen verbindingstype voldoet aan de operationele specificaties en de voorschriften van
het lokale nutsbedrijf.
De overstroombeveiliging en de netuitschakeling zijn volgens het typeplaatje en de technische
gegevens geïnstalleerd.
1. Sluit de motor aan volgens het aansluitschema in de klemmenkast of op het typeplaatje.
2. Controleer de potentiaalverbinding tussen de pomp en de bodemplaat.
3. Aard de basisplaat.
Bij het starten van centrifugaalpompen met een ster-driehoek schakeling zal de omschakeling van
ster naar driehoek waarschijnlijk een hogere belasting van het voedingssysteem met zich
meebrengen dan bij het starten van een directe driehoek. Bovendien zal het acceleratiekoppel als
gevolg van het schakelen leiden tot een momentpiek die kan resulteren in een ontkoppeling.
Gebruik de directe aansluiting van de motor.
Neem de plaatselijke voorschriften met betrekking tot de toegestane motorvermogens voor
directe aansluiting in acht.
Gebruik een softstarter of een frequentieregelaar als een directe aansluiting niet mogelijk is.
Koppelingen met een lager koppel kunnen worden geselecteerd bij gebruik van een softstarter of
een variabele frequentie-drive. Het overschrijden van het startkoppel zal de pomp beschadigen.
Zorg ervoor dat het koppel van de magneetkoppeling is geselecteerd voor de toepassing
waarin deze wordt gebruikt.
Raadpleeg het gegevensblad van de pomp voor de selectieparameters voor het koppel van
de magneetkoppeling. Neem bij twijfel contact op met Flowserve.
CBMM/CBME Gebruikersinstructie - OIM_ISOMAG - NL - 00
KENNISGEVING
KENNISGEVING
Pagina 33 van 73