Hoofdstuk
05
Het gebruik van de kaart
De meeste informatie die door uw navigatiesysteem wordt gegeven, kan op de kaart worden gezien. U moet vertrouwd
raken met de manier waarop de informatie op de kaart wordt getoond.
Het kaartscherm aflezen
Dit voorbeeld toont een 2D kaartscherm.
1
2
3
4
p De informatie met een sterretje (*) wordt al-
leen weergegeven wanneer de route be-
paald is.
p Afhankelijk van de voorwaarden en basisin-
stellingen worden bepaalde onderdelen
niet weergegeven.
1 De naam van de te gebruiken straat (of
het volgende begeleidingspunt)*
Door dit item aan te tippen kunt u de volgende
begeleidingsinformatie opnieuw beluisteren.
2 Volgende rijrichting*
Wanneer u een begeleidingspunt nadert,
wordt dit in groen weergegeven. Door dit item
aan te tippen kunt u volgende begeleidingsin-
formatie opnieuw beluisteren.
3 Afstand tot het begeleidingspunt*
Toont de afstand tot het volgende begelei-
dingspunt.
4 Eco-meter
Deze meter toont een grafiek waarin het vroe-
gere gemiddelde brandstofverbruik wordt ver-
geleken met het gemiddelde
28
Nl
5
6
brandstofverbruik sinds het navigatiesysteem
het laatst werd opgestart.
Tip dit item aan om het "Eco-grafiek" scherm
weer te geven.
= Zie De "Eco-grafiek" weergeven op blad-
zijde 34 voor details.
5 Kaartbesturing
Door
aan te tippen verschijnen er aan-
raaktoetsen voor het veranderen van de schaal
en de oriëntatie van de kaart.
6 Straatnaam (of naam van de stad) waar
uw voertuig langs of door rijdt
= Zie De weergave van de huidige straat-
naam instellen op bladzijde 126 voor de-
tails.
7 Huidige positie
Toont de positie van uw voertuig. De punt van
het driehoeksteken geeft aan in welke richting
u rijdt en het teken beweegt automatisch met
het rijden mee.
p De punt van het driehoeksteken is de
juiste huidige positie.
d
c
b
a
9
7
8