b) Reinig het vonkenscherm als het verstopt is. Zie
De geluiddemper reinigen op pagina 99 voor
meer informatie.
De borgmoer controleren
WAARSCHUWING:
gebruik veiligheidshandschoenen en wees
voorzichtig rond de scherpe randen van de
snijuitrusting.
•
Controleer of de borgmoer correct bevestigd en
De borgmoer bevestigen en
aangedraaid is. Zie
verwijderen op pagina 102 .
Snijuitrusting
WAARSCHUWING:
volgende waarschuwingen voordat u het
product gaat gebruiken.
•
Voer regelmatig onderhoud uit. Laat de snijuitrusting
regelmatig door een erkend servicepunt controleren,
zodat er aanpassingen en reparaties uitgevoerd
kunnen worden.
•
Dit leidt tot betere prestaties van de snijuitrusting.
•
De levensduur van de snijuitrusting neemt toe.
•
Het risico van ongevallen neemt af.
•
Gebruik uitsluitend een goedgekeurde beschermkap
voor de snijuitrusting. Zie
107 .
•
Gebruik nooit beschadigde snijuitrusting.
Grastrimmerkop
•
Zorg dat u de grastrimmerdraad strak en gelijkmatig
om de trommel rolt om trillingen te verminderen.
•
Gebruik alleen goedgekeurde grastrimmerkoppen en
grastrimmerdraden. Zie
•
Gebruik een grastrimmerdraad met de juiste lengte.
Een lange grastrimmerdraad gebruikt meer
motorvermogen dan een korte grastrimmerdraad.
•
Zorg ervoor dat het mes op de beschermkap van de
snijuitrusting niet beschadigd is.
•
Laat de grastrimmerdraad 2 dagen in water weken
voordat u deze op het product bevestigt. Dit zorgt
voor een langere levensduur van de
grastrimmerdraad.
•
Zie instructies voor snijuitrusting voor de juiste
procedure voor invoeren van de draad en de keuze
van de juiste draaddiameter.
Zaagblad en grasmaaiblad
•
Gebruik correct geslepen bladen. Een verkeerd
geslepen of beschadigd blad verhoogt het risico op
letsel.
1346 - 004 - 03.06.2021
Stop de motor,
Lees de
Accessoires op pagina
Accessoires op pagina 107 .
•
Gebruik correct ingestelde bladen. Correcte
bladinstelling is 1 mm. Een verkeerde bladinstelling
verhoogt het risico van letsel en schade.
•
Raadpleeg de meegeleverde instructies voor het
correct slijpen en instellen van het blad.
Brandstofveiligheid
WAARSCHUWING:
volgende waarschuwingen voordat u het
product gaat gebruiken.
•
Meng de brandstof niet binnenshuis of in de buurt
van een warmtebron.
•
Start het product niet als er brandstof of motorolie op
het product aanwezig is. Verwijder de ongewenste
brandstof/olie en laat het product drogen. Verwijder
ongewenste brandstof van het product.
•
Als u brandstof op uw kleding morst, trek dan direct
andere kleding aan.
•
Zorg dat er geen brandstof op uw lichaam terecht
komt, dit kan letsel veroorzaken. Als er brandstof op
uw lichaam terecht komt, verwijder deze dan met
water en zeep.
•
Start de motor niet als u brandstof op het product of
op uw lichaam hebt gemorst.
•
Start het product niet als er sprake is van een
motorlekkage. Controleer de motor regelmatig op
lekkage.
•
Wees voorzichtig met brandstof. Brandstof is licht
ontvlambaar en de dampen zijn explosief. Ze kunnen
letsel veroorzaken of leiden tot de dood.
•
Adem geen brandstofdampen in, dit kan letsel
veroorzaken. Zorg voor voldoende ventilatie.
•
Rook niet in de buurt van de brandstof of de motor.
•
Plaats geen warme voorwerpen in de buurt van de
brandstof of de motor.
•
Vul geen brandstof bij terwijl de motor is
ingeschakeld.
•
Zorg ervoor dat de motor koud is wanneer u
brandstof bijvult.
•
Draai de tankdop langzaam open en laat de druk
voorzichtig ontsnappen voordat u brandstof bijvult.
•
Zorg voor voldoende ventilatie bij het vullen met en
mengen van brandstof (benzine en tweetaktolie) of
het aftappen van de brandstoftank.
•
Brandstof en brandstofdampen zijn zeer
brandgevaarlijk en kunnen leiden tot ernstig letsel bij
inademing en contact met de huid. Wees daarom
voorzichtig wanneer u met brandstof werkt en zorg
voor voldoende ventilatie bij de brandstofhantering.
•
Draai de tankdop goed vast, zodat er geen brand
kan ontstaan.
•
Verplaats het product minstens 3 m (10 ft) van de
plaats waar u de brandstoftank hebt gevuld, voordat
u het product start.
•
Doe niet te veel brandstof in de brandstoftank.
Lees de
83