Lossen van de wagen
1.1 Bij handbetätigter bediende achterklep (afb. 1)
Schakelstang (1) naar beneden duwen; de hiermee
worden de sluithaken links en rechts geheven en
daardoor de klep ontgrendeld. (zie afb).
Het achterste deel van de klep kan nu vrij pendelen.
Met de hendel (3) wordt nu de totale achterklep
geheven en kan door middel van de strip (2) in de
openingen A of B vastgezet worden.
Bij de handbediende achterklep moet er
altijd goed op gelet worden, dat de hendel
steeds achter de houder (4) aanligt.
1.2 Bij hydraulisch bediende achterklep (afb. 2)
Als de wagen tot de groenvoeropbouw beladen is,
kan de achterwand hydraulisch geopend worden.
De schakelaar zolang bedienen totdat de klep
helemaal open is.
2. Om over de kuil te rijden kan de hydraulische
knikdissel gebruikt worden. Gebruik deze niet meer
dan nodig is. Bij het van de kuil rijden de knikdissel
weer verkorten.
3. Schakel de bodemketting in.
4. De wagen kan over de gehele breedte met iedere
gewenste bodem- kettingsnelheid gelost worden.
5. Bij het lossen moet men dusdanig snel rijden, dat
het gewas vrij uit de wagen kan vallen. Hierdoor
voorkomt men een overbelasting van de
bodemketting.
6. Achterklep weer goed sluiten.
Afb. 2
Afb. 1
35