De netspanning en de op het typeplaatje aan-
gegeven apparaatspanning moeten overeen-
stemmen. Bij verlengsnoeren moet met de
minimumdiameters in de volgende tabel
rekening gehouden worden:
3. Montage
Boom monteren :
9
B
z
m
A
6
5
A
4
0
7
8
4. Funktion
Zo maait u goed :
30
1. Ondergedeelte van de duwboom
tot de aanslag in de opnamen voor
de duwboom
fixatie met de schroeven
schroeven.
2. Verbindingsdeel
kant in het ondergedeelte van de
1
duwboom
3. Schroefstang
7
door het middengedeelte van de duw-
5
boom
, het ondergedeelte van de
1
duwboom
er volledig tot de aanslag insteken.
1
4. Schroeflager
schuiven.
5. Spanhendel
gen op de schroefstang
6. Spanhendel
4
deel
klappen en controleren of
de spanhendel
7. Als de spanhendel
deze nogmaals met een extra om-
wenteling op de schroefstang
schroeven. Proces zolang herhalen
tot de spanhendel
8 Bovengedeelte van de duwboom
aan de middengedeelten van de duwboom
De inschakelblokkering
9
moet zich daarbij links bevinden.
0
9. Motorkabel
vestigen.
Om een verzorgd gazon te krijgen adviseren wij u het gazon liefst
met regelmaat één keer per week te maaien. Bij veelvuldig maaien
wordt het gazon dichter.
Langer maaisel dat blijft liggen (> 1 cm), moet worden verwijderd
zodat het gras niet geel wordt en niet vervilt raakt.
Na een langere maaipauze (vakantie) tot max. 12 cm eerst in één
richting met de hoogste maaihoogte-instelling en daarna dwars op
de gewenste hoogte maaien.
Liefst alleen een droog gazon maaien, bij een vochtig grasveld
ontstaat een onnauwkeurig maaibeeld.
Spanning
220 - 240V/ 50 Hz tot 50 m
220 - 240V/ 50 Hz 50 - 100 m
1
2
steken en voor de
3
vast-
4
van de onder-
schuiven.
6
vanaf de linkerkant
en het verbindingsdeel
8
7
in spanhendel
7
met ca. 4 omwentelin-
6
schroeven.
7
op het verbindings-
7
klemt.
7
nog niet klemt,
6
7
op het verbindingdeel
9
B
van het bovenstuk van de duwboom
met de beide kabelclips
Kabellengte Diameter
1,5 mm
2
2,5 mm
2
1
2
3
6
4
7
4
7
4
klemt.
met 2 vleugelmoeren
5
schroeven.
A
aan de boom be-
z
m