3.4 Module bewaakte uitgangen en relaismodule
De module uitgangen is een fundamenteel element van het brandmeldpaneel dat aansluitingen van apparaten en elementen
rechtstreeks vanaf het paneel mogelijk maakt. De module wordt gekenmerkt door 4 programmeerbare wisselrelais met
spanningsvrije contacten, 4 bewaakte uitgangen, een AUX-uitgang voor externe voedingen en 4 bewaakte ingangen.
Beschrijving van het klemmenbord van de module van de bewaakte uitgangen:
•
+24V – Hulpuitgang, 24VDC bij 0,3A
•
GND – Gemeenschappelijke aarde hulpuitgang
•
SND – Bewaakte uitgang voor de aansluiting van sirenes of optische/akoestische signaalgevers. Wordt actief in geval van
Sirenes lus ACTIEF. 24VDC / 1A
•
FIRE R – Bewaakte uitgang voor aansluiting van externe elementen zoals apparatuur voor het doorsturen van het
brandalarm aan de brandweer. Wordt geactiveerd in geval van een algemeen brandalarm. 24VDC / 100mA
•
FIRE P – Bewaakte uitgang voor aansluiting van externe elementen zoals brandblusapparatuur. Wordt geactiveerd in geval
van een algemeen brandalarm. 24VDC / 100mA
•
FAULT R – Bewaakte uitgang voor aansluiting van externe elementen voor het signaleren van storingen. Deze uitgang wordt
GEDEACTIVEERD in geval van een algemene storing. 24VDC / 100mA
Beschrijving van het klemmenbord van de module uitgangen 4 relais:
•
REL 1, REL 2, REL 3, REL 4 – Relaisuitgangen met spanningsvrije wisselcontacten (N.C. – COM - N.O.), vrij te
programmeren via de instellingen van het brandmeldpaneel. 30VDC/10A (elk)
•
PrConf, FltPr, AlConf, Vds - Bewaakte ingangen voor signalering van de status van brandblusapparatuur.
Overige:
•
Lus - interfaceconnector voor aansluiting van lusuitbreiding
•
EFlt - Jumper voor het activeren/deactiveren van de indicatie van een aardfout (jumper gesloten, signalering aardfout
geactiveerd)
3.5 Het aansluiten van elementen op de module uitgangen:
LET OP: Er dient een afsluitweerstand van 10kOhm te worden aangesloten, parallel aan het element dat
zich het verst van het paneel in het bewaakte circuit bevindt, zodat het paneel de integriteit van het circuit
constant kan verifiëren. Zoals in de hieronder beschreven voorbeelden.
De uitgangen FIRE R (verzenden alarm VVFF) en FIRE P (blussen), zijn bewaakte uitgangen, de eerste is bestemd voor de
aansluiting van apparatuur voor brandalarmsignalering naar bedieningselementen, de tweede voor het verzenden van het
activeringscommando aan brandblussystemen.
N.B.: De uitgangen FIRE R en FIRE P worden actief in het geval van de gebeurtenis "Algemeen brandalarm".
Voorbeeld van aansluiting van een signaleringselement, verbonden met de uitgang FIRE.
+ -
Output module
REL 1
4 Relay Module
- +
- +
- +
- +
REL 2
REL 3
REL 4
11