Wegrijden
Het rempedaal intrappen en de
keuzehendel op D/M of R zetten. Als
D wordt geselecteerd, staat de
versnellingsbak in de automatische
modus en is de eerste versnelling
ingeschakeld. Bij het selecteren van
R wordt de achteruitversnelling inge‐
schakeld.
Na het loslaten van het rempedaal
rijdt de auto langzaam weg.
Om weg te rijden zonder het rempe‐
daal in te trappen trekt u onmiddellijk
op na het inschakelen van een
versnelling zo lang D of R knippert.
Wordt noch het gaspedaal noch het
rempedaal bediend, dan is er geen
versnelling ingeschakeld en knippert
de aanduiding D of R korte tijd op het
display.
Auto stoppen
Bij het stoppen in stand D wordt de
eerste versnelling ingeschakeld en de
koppeling gelost. In stand R blijft de
achteruitversnelling ingeschakeld.
Afremmen op de motor
Automatische modus
Bergafwaarts schakelt de geautoma‐
tiseerde versnellingsbak pas bij
hogere toeren op. Bij het remmen
wordt tijdig teruggeschakeld.
Handgeschakelde modus
Om bij het afdalen van een helling op
de motor af te remmen, tijdig een
lagere versnelling selecteren. Inscha‐
kelen van de handgeschakelde
modus is alleen mogelijk terwijl de
motor draait of tijdens een Autostop.
Auto heen en weer schommelen
Het is alleen toegestaan de auto heen
en weer te schommelen als de auto is
vastgereden in zand, modder of
sneeuw. Beweeg de keuzehendel
meermaals tussen stand R en D heen
en weer. Motor niet te hoge toeren
laten maken en snel optrekken voor‐
komen.
Rijden en bediening
Parkeren
De laatst ingeschakelde versnelling
(zie versnellingsbakdisplay) blijft
ingeschakeld wanneer het contact
wordt uitgeschakeld. In de stand N is
geen versnelling ingeschakeld.
Trek daarom altijd de handrem aan
wanneer u het contact uitschakelt. Als
de handrem niet is aangetrokken,
knippert P in het versnellingsbakdis‐
play en kan de sleutel niet uit het
contactslot worden verwijderd. P
stopt met knipperen in het versnel‐
lingsbakdisplay zodra de handrem
enigszins wordt aangetrokken.
Na het uitschakelen van het contact
reageert de versnellingsbak niet meer
op bewegingen van de keuzehendel.
Noodoplossing die voorkomt dat de
handrem bevriest 3 174.
Handgeschakelde modus
Wordt bij te lage toeren een hogere
versnelling geselecteerd of een
lagere versnelling bij te hoge toeren,
dan schakelt de auto niet. Dit om te
voorkomen dat de motor te lage of te
hoge toeren maakt. Er verschijnt een
187