De standaardinstellingen van het brandnetwerk zijn als volgt:
•
Beide centrales besturen elkaar (brandcentrale en herhaalbord).
•
De netwerktopologie is klasse B.
•
De brandcentrale herhaalt fouten in het herhaalbord.
•
De brandcentrale gaat in alarm en genereert activaties met externe zones.
•
De brandcentrale bedient de uitgangen (geen adresseerbaar systeem in het
netwerk).
Firenet-groep
Gebruik dit menu om indien nodig het startknooppunt van een groep met
32 knooppunten in een netwerk met 250 knooppunten te configureren.
Firenet-groep configureren:
1. Stel de display in zoals hieronder weergegeven en druk vervolgens op Enter.
2. Selecteer een waarde met de knoppen voor de selectie van waarden (2 en 4).
De LED voor een netwerkfout knippert snel om aan te geven dat het menu
van de Firenet-groep actief is.
3. Druk op Enter.
4. Sla uw wijzigingen op.
Analoog extern knooppunt van Firenet
Gebruik dit menu om een extern paneel uit de groep met 32 knooppunten in het
netwerk met 250 knooppunten te configureren.
Analoog extern knooppunt van Firenet configureren:
1. Stel de display in zoals hieronder weergegeven en druk vervolgens op Enter.
2. Selecteer een waarde met de knoppen voor de selectie van waarden (2 en 4).
De LED voor een netwerkfout knippert snel om aan te geven dat het menu
voor het analoge externe knooppunt van Firenet actief is.
3. Druk op Enter.
4. Sla uw wijzigingen op.
Hoofdstuk 3: Configuratie en inwerkingstelling