Er wordt een ingangapparaat alleen voor manuele mode gebruikt om het paneel
op deze mode over te schakelen. Naast de aansluiting van een activatieapparaat
voor alleen handmatige modus moet u het systeem configureren door de optie
'Alleen manuele mode lokaal' op UIT te zetten.
Opmerking:
EU-verordeningen en reglementen vereisen het gebruik van een
hoofdschakelaar om toegang tot deze functie te controleren.
Raadpleeg 'Ingang- en uitgangspecificaties' op pagina 91 voor de vereiste
impedantiewaarden voor deze onbewaakte ingang.
Aansluiting van een lage druk indicatieschakelaar
Gebruik de lage druk indicatie-ingang om lage druk te detecteren in de
blusgasfles.
De optie 'Type drukschakelaar' definieert of het apparaat lage druk detecteert in
open of gesloten toestand. In de standby-status van het apparaat, hetzij normaal
open of normaal gesloten, wordt de ingang niet geïnterpreteerd als een lage
drukfout. De standaardinstelling is normaal gesloten (NC). Dit resulteert in een
lage druk-fout wanneer de schakelaar opent.
Raadpleeg 'Ingang- en uitgangspecificaties' op pagina 91 om te lezen hoe de
impedantie van het lagedrukindicatieapparaat verband houdt met de lage
drukfout.
Aansluiten van een blusgas flowapparaat
Gebruik de blusgasflowingang om een apparaat aan te sluiten dat de vrijgave
van het blusgas uit de fles in het blusgebied detecteert.
Opmerking:
Voordat u een apparaat aansluit op de flowingang van het blusgas,
moet u ervoor zorgen dat het compatibel is met de vereiste ingangimpedantie-
niveaus van de centrale, zoals aangegeven in 'Ingang- en uitgangspecificaties'
op pagina 91.
Met de optie 'Blusgasflow' kunt u de functionaliteit van dit apparaat bepalen.
Hier volgen de details.
Wanneer de flowoptie van het blusgas op UIT staat, gaat het paneel in de
blusvrijgavestatus wanneer de aandrijvingsuitgang is geactiveerd. Het paneel
vereist geen bevestiging van de flow om in deze status te gaan. Het flowcircuit
van het blusgas blijft werken voor indicatiedoeleinden. Het paneel gaat niet in de
vrijgavestatus wanneer het flowapparaat voor het blusgas actief is zonder eerst
in de blusactivatiestatus te gaan (bijvoorbeeld wanneer een blusgebeurtenis is
gedetecteerd).
Wanneer de flowoptie van het blusgas op AAN staat, kan het bedieningspaneel
in de blusvrijgavestatus gaan vanuit iedere status, zodra het flowapparaat van
het blusgas geactiveerd is. In de blusvrijgavestatus activeert het paneel alle
overeenkomstige uitgangen, met uitzondering van de aandrijvingsuitgang.
Hoofdstuk 2: Installatie