Hoofdstuk 2: Installatie
De vereiste weerstand hangt af van het zonetype zoals onderstaand in de tabel
wordt weergegeven. De weerstand moet geschikt zijn voor 1 W minimum.
Tabel 5: Weerstandswaarden brandalarm handbrandmelder
Zonetype
Gemengde detectie
Handmatige detectie
Ingangen aansluiten
Ingangsfunctionaliteit
Ieder bedieningspaneel heeft acht ingangen, die gemarkeerd zijn van IN1 tot IN8
op de printplaat van het bedieningspaneel. In de onderstaande tabel ziet u de
ingangsfunctionaliteit.
Tabel 6: Ingangsfunctionaliteit
Ingang
Functie
IN1
Blussen starten - handbrandmelder
IN2
Blussen vertragen - handbrandmelder
IN3
Blussen stoppen - handbrandmelder
Uitschakelaar voor blusproces (BS 7273 modus)
IN4
Aktivatie-apparaat alleen manuele mode
IN5
Lage druk indicatie
IN6
Flow blusgas
IN7
Foutbewaking veiligheidsdeur
IN8
Herstel op afstand
Ingangbeëindiging
Alleen bewaakte ingangen vereisen een 15 kΩ, 5%, 1/4 W eindelijnsweerstand
voor beëindiging. Wanneer een bewaakte ingang niet gebruikt wordt, moet de
eindelijnsweerstand geïnstalleerd worden over de ongebruikte zone-
aansluitingen heen.
10
EN 54-2, BS 7273
100 Ω
100 tot 680 Ω
EN 54-13
Niet ondersteund
100 tot 470 Ω
Bewaking
Bewaakt
Bewaakt
Bewaakt
Niet bewaakt
Bewaakt
Bewaakt
Bewaakt
Niet bewaakt
KFP-CX3E Series Installatiehandleiding
Intrinsiek veilig
Niet ondersteund
250 tot 560 Ω