ELEKTRISCHE EN BESTURINGSINSTELLINGEN
?
O P M E R K I N G
•
U kunt elektrische zekeringen gebruiken in plaats van magnetische
zekeringautomaten (CB). Kies in dat geval zekeringen met dezelfde
nominale waarden als de zekeringautomaten.
•
De in deze handleiding vermelde aardlekschakelaar (ELB) wordt ook
wel differentieelschakelaar (RCD) of differentiële zekeringautomaat
(RCCB) genoemd.
•
De zekeringautomaten (CB) worden ook wel thermo-magnetische
zekeringautomaten of kortweg magnetische zekeringautomaten
(MCB) genoemd.
•
De "Maximale stroom" in de tabellen is de maximale totale
bedrijfsstroom van de unit onder de volgende omstandigheden:
- Netvoedingsspanning: 90 % van de nominale spanning.
•
De voedingskabels moeten groot genoeg zijn om deze maximale
stroom aan te kunnen.
•
De specificaties in deze tabellen kunnen worden gewijzigd zonder
verdere kennisgeving zodat Hitachi zijn klanten kan voorzien van de
nieuwste innovaties.
•
De gebruikte afkortingen in de tabel staan voor de volgende
begrippen:
U: Voedingsspanning
IPT: Totaal opgenomen vermogen
STC: Aanloopstroom: Minder dan maximumspanning
RNC: Bedrijfsstroom
MC: Maximumstroom
6.4.1 Aansluitingsprocedure voor stroom- en
zendbedrading
Voer de volgende stappen uit na de elektrische kast te hebben
geopend:
1 Stroomvoorziening van het elektrische verwarmingselement
AANSLUITKLEMPLAAT 2 (TB2)
Aardeklem
2 Sluit de tranmissiekabels tussen de binnen- en buitenunits
aan op de klemmen 1 en 3 van aansluitklemplaat 1 (TB1).
OUTDOOR UNIT
BUITENUNIT
Aardeschroef
Aansluitkl-
emplaat
Aansluitkabel
1,5 mm
Aansluitkl-
emplaat
YUTAMPO
11
PMNL0544 rev.4 - 02/2023
Aansluitklemmen
van het elektrische
verwarmingselement
L
N
Groen en Geel
2
Aardeschroef
3 Bevestig de draden met behulp van de klemmen in de
elektrische kast. Steek de kabels door de kabelgaten met
rubberen moffen aan de onderkant van de binnenunit.
Koordklemmen
Rubberen moffen
voor stroom- en
transmissiekabels
6.4.2 Waterpas maken
Na het voltooien van de bovengenoemde aansluitingen, stel de
hoogte van de montagevoeten in om ervoor te zorgen dat de
hoogte van de uitlaat van de koelmiddelleidingen samenvalt met
de aansluiting van de installatie.
?
O P M E R K I N G
•
Deze procedure moet worden uitgevoerd voordat de watertank wordt
gevuld.
•
Pas alleen de voeten aan waarbij aanpassing nodig is.
•
Begin met alle vier voeten zo ver mogelijk dichtgeschroefd
(fabrieksmatig ingestelde stand).
•
Deze procedure om de unit waterpas te zetten moet door twee
personen worden uitgevoerd.