Onderhoud
Opheffing van storingen
Storing
Oorzaak
225: Lage druk storing
Lage druk storing.
Uitwerking op E9 bij LOGON B WP61.
Lage druk pressostaat in koelkring is
geactiveerd.
A
A1 IJsafzetting
A2 Verdamper vervuild
A3 Afdekrooster vervuild
A4 Ventilator loopt niet of niet voldoende
B
C
D
E
226: Wikkelings-
Uitwerking op contact Elf bij LOGON B WP61.
bescherming
A
compressor
B
C
D
E
247: Ontdooistoring
Na de vierde ontdooipoging heeft de
verdempersensor op de koelkring (B84) nog
niet de in de LOGON B WP61 ingestelde
verdampertemperatuur (Para. 2954) bereikt.
A
B
C
D
358: Softstarter
Werking van het contact E25 (EX5) van de
LOGON B WP61.
De softstarter geeft een signaal via een
hulprelais. Mogelijke waarschuwingen kunnen er
als volgt uitzien:
- onjuiste fase frequentie
- netspanning buiten het bereik
- frequentie buiten de range
- geblokkeerde rotor
- opmaat voor start-up > 1 s
- oververhitting
- overstroom (tijdens de by-pass)
- onevenwichtigheid van de voedingspanning
12: TWW laad-
De regelaar slaat de drinkwatertemperatuur op,
temperatuur WP te
waarbij de lading met de warmtepomp het laatst
laag
werd afgebroken, toen de warmtepomp de
begrenzing voor hoge druk, verwarmingsgas of
de maximum uitschakeltemperatuur had bereikt.
Ligt de waarde onder de instelling „TWW
laadtemperatuur WP minimum" (Bedieningsregel
7092),verschijnt in de display het onde-
houdssymbool en op het infoniveau de
onderhoudsmelding.
Te weinig luchtvolumestroom door
verdamper
Filter verstopt
Inspuitklep defect, ijsafzetting, verstopt
Verkeerde hoeveelheid koelvloeistof
Lek in koelcircuit
Faseonderbreking (Compressor wordt heet)
Faseomkeer (draaiveld verkeerd)
Faseverlies
Faseasymmetrie
Kortsluiting
Sensor B91 verkeerd geplaatst
Sensor B84 defect/niet meer in de
noodzakelijke positie
Niet voldoende energie aanwezig bij het
ontdooien (watertemperatuur in de
verwarmingskring te laag)
Volumemestroom op condensator te gering.
Opheffen, maatregelen
A1 Ontdooien controleren (sensor controleren)
A2 Verdamper reinigen
A3 Rooster reinigen
A4 Toerentalinstelling controleren, instellen, spanning
controleren
Indien A uitgesloten kan worden:
B
Temperatuurverschil tussen filterdrogeringang en uitgang
controleren (ATmax=3K)
C
Inspuitklepcontroleren, instellen, vervangen
D
Leeg maken en opnieuw vullen volgens typeplaat
E
Oliesporen in het apparaat zijn een verdere aanwijzing
voor een lek in de koelkring.
In deze gevallen moet de koeltechnicus worden geroepen.
A
Alle drie fasen controleren (Wachten tot de
wikkelbescherming is afgekoeld. Kan enige uren duren)
B
Elektrische aansluiting controleren.
C
Oliebakverwarming op functie controleren.
D
Rechsdraaiveld veiligstellen.
E
Kortsluiting opheffen.
A
Sensor goed plaatsen, mag niet tegen verdamper
aanstaan. Sensor vervangen, indien defect.
B
Sensorpositie controleren. Functie controleren (met
temperatuurmeetapparatuur begintemperatuur aan alle
inspuitleidingen meten en vergelijken met B84 –waarde).
C
Elektriciteitsunit inschakelen tot minimum
watertemperatuur bereikt is. Verwarmingskringen voor
een deel sluiten.
D
Pompen op functie controleren, terugslag en
omschakelkleppen controleren.
Resetten van de storing (HMI (=human-machine interface))
uitvoeren en in samenhang daarmee het volgende controleren:
A De sequentie van de 3 fases bij het in gang zetten van de
softstarter controleren
B De spanning van de 3 fases controleren
C De elektrische verbindingen controleren
D
controleren
of
het
rechtsdraaiend werkt . (Controleren van de sequentie van de 3
fases in de klemmen van de compressor)
E De stroomabsorptie meten
F In geval van een verlaging van de lading, een extra relais
monteren, zie daartoe de instructies bij het apparaat betreffende
verlaging van de lading.
Deze parameter kan niet worden teruggezet. Wanneer bij de
volgende drinkwaterlading de minimum TWW laadtemperatuur
weer wordt overschreden, wordt ook de onderhoudsfunctie
opgeheven. Wordt deze echter weer niet bereikt, blijft de
onderhoudsmelding bestaan.
1.
Plaatsing van de B3 sensor controleren
2.
Te hoge instelwaarde voor TWW-temperatuur
3.
Laadwijze met B3 en B31 geactiveerd, omschakelen
naar alleen B3
4.
Temperatuuroverdracht naar TWW-sensor slecht, met
klemveer voor verbetering zorgen.
5.
Bij moeder-kind-boiler moet de TWW-lading via
driewegkleppen op verschillende hoogtes plaatsvinden.
6.
Warmtewisselaarvlakken van de boiler te gering.
roterende
magnetische
veld
51