NL
6. Montage
6.1 Algemeen
De in de handleiding genoemde producten
mogen alleen door gekwalificeerd geschoold
personeel worden gemonteerd.
Bij de montage moet op het onderstaande
worden gelet:
ï Andere aggregaten mogen door de mon-
tage niet worden beschadigd
ï Het product mag niet binnen de actiera-
dius van bewegende onderdelen worden
gemonteerd
ï Het product moet op voldoende afstand
van warmte- en koudebronnen worden
gemonteerd
ï De IP-beschermingsklasse van het pro-
duct moet in acht worden genomen
951-171-016
Versie 03
ï Veiligheidsafstanden en wettelijke
montage- en ongevalpreventie-
voorschriften moeten worden
aangehouden
ï Evt. aanwezige optische bewakings-
voorzieningen zoals manometers,
MIN-, MAX-merktekens, oliepeilgla-
zen of zuigerdetectoren moeten goed
zichtbaar zijn
ï Specificaties voor inbouwtoestand in
de technische gegevens (Hoofdstuk 4)
in acht nemen
- 34 -
6.2 Montageplaats
Het product moet indien mogelijk worden
beschermd tegen vocht, stof en trillingen
zowel als gemakkelijk toegankelijk worden
gemonteerd. Dit vergemakkelijkt verdere
installaties, controle- en onderhoudswerk-
zaamheden aan het product.
6. Montage