5 Bediening van de frequentieomvormer
Het display bestaat uit 3 delen:
Bovenste gedeelte (a) toont de status in de statusmodus of maximaal 2 variabelen in een andere modus en in geval van een alarm/waarschuwing.
Het nummer van de actieve setup (geselecteerd als Actieve setup in Par. 0-10
setup dan de Actieve setup zal het nummer van de setup die wordt geprogrammeerd aan de rechterkant tussen haakjes worden weergegeven.
Het middelste gedeelte (b) toont maximaal 5 variabelen met bijbehorende eenheid, ongeacht de status. In geval van een alarm/waarschuwing wordt
de waarschuwing weergegeven in plaats van de variabelen.
Het onderste gedeelte (c) toont de status van de frequentieomvormer in de statusmodus.
Schakelen tussen de drie verschillende statusuitlezingen is mogelijk door op de [Status]-toets te drukken.
5
In elk statusscherm worden de bedrijfsvariabelen met een andere opmaak weergegeven – zie hierna.
Aan elk van de bedrijfsvariabelen kunnen diverse metingen worden gekoppeld. De te tonen waarden/metingen kunnen worden gedefinieerd via
Displayregel 1.1 klein
Par. 0-20
3 groot
. Via [Quick Menu], Q3
Elke uitleesparameter voor een waarde/meting die is geselecteerd in Par. 0-20
door een eigen schaal en een aantal cijfers achter een eventueel decimaalteken. Bij grotere numerieke waarden worden minder cijfers weergegeven
achter het decimaalteken.
Voorbeeld: Uitlezing stroom
5,25 A; 15,2 A 105 A.
Statusdisplay I:
Deze uitleesstatus is standaard actief na een start of initialisatie.
Gebruik [Info] voor informatie over de waarde/meting die is gekoppeld
aan de weergegeven bedrijfsvariabelen (1.1, 1.2, 1.3, 2 en 3).
Zie de bedrijfsvariabelen die worden weergegeven in het afgebeelde
scherm. 1.1, 1.2 en 1.3 staan klein weergegeven. 2 en 3 zijn groter weer-
gegeven.
Statusdisplay II:
Zie de bedrijfsvariabelen (1.1, 1.2, 1.3 en 2) die worden weergegeven in
het afgebeelde scherm.
In het voorbeeld zijn Snelheid, Motorstroom, Motorvermogen en Fre-
quentie als variabelen geselecteerd in de eerste en tweede regel.
1.1, 1.2 en 1.3 zijn klein weergegeven. 2 is groot weergegeven.
88
Displayregel 1.2 klein
, Par. 0-21
, Par. 0-22
Functiesetups
, Q3-1
Alg. instellingen
MG.11.F3.10 – VLT
VLT HVAC Drive High Power Bedieningshand-
Actieve setup
) wordt weergegeven. Bij het programmeren van een andere
Displayregel 1.3 klein
, Par. 0-23
en Q3-13
Displayinstellingen
krijgt u toegang tot deze parameters.
Displayregel 1.1 klein
tot Par. 0-24
1.1
1.2
2
3
1.1
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
Displayregel 2 groot
Displayregel
en Par. 0-24
Displayregel 3 groot
wordt gekenmerkt
1.3
1.3
1.2
2
leiding