VLT HVAC Drive High Power Bedieningshand-
leiding
4.1.19 Motorlagerstromen
Over het algemeen geldt dat motoren met een nominaal vermogen vanaf 110 kW die worden gebruikt in combinatie met frequentieomvormers met
variabel toerental bij voorkeur moeten zijn uitgerust met NDE (Non-Drive End) geïsoleerde lagers om circulerende lagerstromen als gevolg van de fysieke
maat van de motor te voorkomen. Om de DE (Drive End) lager- en asstromen tot een minimum te beperken, is een juiste aarding van de omvormer,
motor, aangedreven machine en motor voor de aangedreven machine vereist. Hoewel uitval als gevolg van lage lagerstromen weinig voorkomt en van
veel verschillende factoren afhankelijk is, worden voor een veilige werking de volgende beperkingsstrategieën aanbevolen.
Standaard beperkingsstrategieën:
1.
Gebruik een geïsoleerde lager
2.
Hanteer zeer strikte installatieprocedures
Zorg ervoor dat de motor en belastingsmotor zijn uitgelijnd.
Volg de EMC-installatierichtlijnen strikt op
Versterk de PE zodat de hoogfrequentimpedantie in de PE lager is dan in de ingangvoedingskabels.
Zorg voor een goede hoogfrequentaansluiting tussen de motor en de frequentieomvormer, bijvoorbeeld door middel van een afgeschermde
kabel met een 360°-aansluiting in de motor en de frequentieomvormer.
Zorg ervoor dat de impedantie van de frequentieomvormer naar de gebouwaarde lager is dan de aardingsimpedantie van de machine. Het
volgende kan lastig zijn voor pompen: maak een directe aardverbinding tussen de motor en belastingsmotor.
3.
Breng een geleidend smeermiddel aan.
4.
Probeer ervoor te zorgen dat de lijnspanning is gebalanceerd ten opzichte van de aarde. Dit kan lastig zijn bij IT-, TT- en TN-CS-systemen of
systemen met één zijde geaard.
5.
Gebruik een geïsoleerde lager zoals aanbevolen door de motorfabrikant (opmerking: dergelijke motoren van gerenommeerde fabrikanten zullen
hier gewoonlijk standaard mee zijn uitgerust).
Indien gewenst en na overleg met Danfoss:
6.
Verlaag de IGBT-schakelfrequentie.
7.
Pas de golfvorm van de inverter aan: 60° AVM vs SFAVM.
8.
Installeer een aardingssysteem voor de as of gebruik een isolatiekoppeling tussen motor en belasting.
9.
Gebruik de minimale snelheidsinstelling, indien mogelijk.
10.
Gebruik een dU/dt-filter of sinusfilter.
MG.11.F3.10 – VLT
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
4 Elektrische installatie
4
75