VLT HVAC Drive High Power Bedieningshand-
leiding
22-24 Vertr. geen flow
Range:
10 s*
[1 - 600 s]
22-26 Drogepompfunctie
Selecteer de gewenste actie voor de pomp in geval van drooglopen.
Option:
[0] *
Uit
[1]
Waarsch.
[2]
Alarm
NB!
Detectie laag verm.
Verm.aanp. geen flow
NB!
Resetmodus
Stel Par. 14-20
geval zal de omvormer namelijk blijven schakelen tussen actief draaien en stoppen wanneer een situatie zonder flow wordt gedetec-
teerd.
NB!
Als de omvormer is uitgerust met een constante snelheidsbypass met een automatische bypassfunctie die de bypass zal activeren
wanneer de omvormer in een alarmtoestand blijft hangen, moet u de automatische bypassfunctie van de bypass altijd uitschakelen
Alarm
wanneer
[2] of
22-40 Min. draaitijd
Range:
10 s*
[0 - 600 s]
22-41 Min. slaaptijd
Range:
10 s*
[0 - 600 s]
22-42 Reactiv.snelh [tpm]
Range:
0 RPM*
[par. 4-11 - par. 4-13 RPM]
Functie:
Stel in hoe lang Laag verm/Lage snelh. gedetecteerd moet blijven voordat het signaal voor acties
wordt ingeschakeld. Als detectie stopt voordat de ingestelde tijd is verstreken, wordt de timer ge-
reset.
Functie:
De omvormer zal actief blijven, maar wel een waarschuwing wegen drooglopen [W93] genereren.
Via een digitale uitgang van de omvormer of via seriële communicatie kan een waarschuwing wor-
den doorgegeven aan andere apparatuur.
De omvormer zal stoppen en een alarm wegens drooglopen [A93] genereren. Via een digitale uit-
gang van de omvormer of via seriële communicatie kan een alarm worden doorgegeven aan andere
apparatuur.
moet zijn ingeschakeld (Par. 22-21
of Par. 22-20
Laag verm. autosetup
Onbegr. aut. reset
niet in op
[13] wanneer Par. 22-26
Handm
reset alarm
.
[3] is geselecteerd als
Functie:
Programmeer de gewenste minimale draaitijd voor de motor die moet verstrijken na een startcom-
mando (digitale ingang of bus) voordat het systeem in de Slaapstand gaat.
Functie:
Programmeer de gewenste minimumtijd die het systeem in de Slaapstand moet blijven. Deze functie
heeft prioriteit over eventuele reactiveringscondities.
Functie:
Moet worden gebruikt als Par. 0-02
TPM
baar als
is geselecteerd). Kan alleen worden gebruikt als Par. 1-00
Geen terugk.
ingesteld op
Programmeer de referentiesnelheid waarbij de Slaapstand moet worden opgeheven.
MG.11.F3.10 – VLT
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
Detectie laag verm.
) en in bedrijf zijn gesteld (via parametergroep 22-3*
) om de drogepompdetectie te kunnen gebruiken.
Drogepompfunctie
Drogepompfunctie.
Eenh. motortoerental
is ingesteld op
en een snelheidsreferentie wordt toegepast via een externe regelaar.
6 Programmeren
Alarm
is ingesteld op
[2]. In dat
Hz
(parameter niet zicht-
Configuratiemodus
is
6
135