VLT HVAC Drive High Power Bedieningshand-
leiding
[1]
Verschil
[2]
Gemiddelde
[3] *
Minimum
[4]
Maximum
[5]
Multi-setpoint min
[6]
Multi-setpoint max
Verschil
[1] bepaalt dat de PID-regelaar het verschil tussen Terugkoppeling 1 en Terugkoppeling 2
als terugkoppeling moet gebruiken. Terugkoppeling 3 wordt in dit geval niet gebruikt. Alleen setpoint
1 zal worden gebruikt. De som van Setpoint 1 en andere referenties die eventueel zijn ingeschakeld
(zie par. groep 3-1*) zullen worden gebruikt als de setpointreferentie van de PID-regelaar.
Gemiddelde
[2] bepaalt dat de PID-regelaar het gemiddelde van Terugkoppeling 1, Terugkoppeling
2 en Terugkoppeling 3 als terugkoppeling moet gebruiken.
NB!
Terugkoppelingen die niet worden gebruikt, moeten worden ingesteld op
functie
in Par. 20-00
terugk. 3
. De som van Setpoint 1 en andere referenties die eventueel zijn inge-
schakeld (zie par. groep 3-1*) zullen worden gebruikt als de setpointreferentie
van de PID-regelaar.
Minimum
[3] bepaalt dat de PID-regelaar Terugkoppeling 1, Terugkoppeling 2 en Terugkoppeling
3 met elkaar moet vergelijken en de laagste waarde als terugkoppeling moet gebruiken.
NB!
Terugkoppelingen die niet worden gebruikt, moeten worden ingesteld op
functie
in Par. 20-00
terugk. 3
. Alleen setpoint 1 zal worden gebruikt. De som van Setpoint 1 en andere
referenties die eventueel zijn ingeschakeld (zie par. groep 3-1*) zullen worden
gebruikt als de setpointreferentie van de PID-regelaar.
Maximum
[4] bepaalt dat de PID-regelaar Terugkoppeling 1, Terugkoppeling 2 en Terugkoppeling
3 met elkaar moet vergelijken en de hoogste waarde als terugkoppeling moet gebruiken.
NB!
Terugkoppelingen die niet worden gebruikt, moeten worden ingesteld op
functie
in Par. 20-00
terugk. 3
.
Alleen setpoint 1 zal worden gebruikt. De som van Setpoint 1 en andere referenties die eventueel
zijn ingeschakeld (zie par. groep 3-1*) zullen worden gebruikt als de setpointreferentie van de PID-
regelaar.
Multi-setpoint min
[5] bepaalt dat de PID-regelaar het verschil tussen Terugkoppeling 1 en Setpoint
1, Terugkoppeling 2 en Setpoint 2, en Terugkoppeling 3 en Setpoint 3 moet berekenen. Vervolgens
moet hij gebruik maken van het terugkoppeling/setpointpaar waarbij de terugkoppeling het verst
onder de bijbehorende setpointreferentie ligt. Als alle terugkoppelsignalen hoger zijn dan de bijbe-
horende setpoints zal de PID-regelaar het terugkoppeling/setpointpaar gebruiken waarbij het
verschil tussen de terugkoppeling en het setpoint het kleinst is.
NB!
Als slechts twee terugkoppelsignalen worden gebruikt, moet de terugkoppeling
die niet wordt gebruikt, worden ingesteld op
terugk. 1
, Par. 20-03
ning mee dat elke setpointreferentie de som is van de bijbehorende parameter-
waarde (Par. 20-21
en eventuele andere referenties die zijn ingeschakeld (zie par. groep 3-1*).
Multi-setpoint max
[6] bepaalt dat de PID-regelaar het verschil tussen Terugkoppeling 1 en Setpoint
1, Terugkoppeling 2 en Setpoint 2, en Terugkoppeling 3 en Setpoint 3 moet berekenen. Vervolgens
moet hij gebruik maken van het terugkoppeling/setpointpaar waarbij de terugkoppeling het verst
boven de bijbehorende setpointreferentie ligt. Als alle terugkoppelsignalen lager zijn dan de bijbe-
horende setpoints zal de PID-regelaar het terugkoppeling/setpointpaar gebruiken waarbij het
verschil tussen de terugkoppeling en het setpoint het kleinst is.
MG.11.F3.10 – VLT
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
Bron terugk. 1
Bron terugk. 2
, Par. 20-03
Bron terugk. 1
Bron terugk. 2
, Par. 20-03
Bron terugk. 1
, Par. 20-03
Bron terugk. 2
Geen functie
Bron terugk. 2
of Par. 20-06
Bron terugk. 3
Setpoint 1
, Par. 20-22
Setpoint 2
en Par. 20-23
6 Programmeren
Geen
Bron
of Par. 20-06
6
Geen
Bron
of Par. 20-06
Geen
of Par. 20-06
Bron
Bron
in Par. 20-00
. Houd er reke-
Setpoint 3
)
131