VLT HVAC Drive High Power Bedieningshand-
leiding
3.4.3 Installatie van boven- en onderafdekkingen voor Rittal-behuizingen
De boven- en onderafdekking die worden geïnstalleerd op IP 00 frequentieomvormers leiden de koellucht voor het koellichaam de achterkant van de
frequentieomvormer in en uit. De sets zijn geschikt voor de IP 00 omvormerframes D3, D4 en E2. Deze sets zijn ontworpen en getest voor het gebruik
met IP 00/Chassis omvormers in Rittal TS8 behuizingen.
Opmerkingen:
1.
Als extern leidingwerk wordt aangesloten op het uitlaattraject van de omvormer ontstaat extra tegendruk, waardoor de koeling van de omvormer
wordt verminderd. Het vermogen van de omvormer moet dan worden gereduceerd om te compenseren voor de verminderde koeling. Eerst
moet de drukdaling worden berekend en vervolgens raadpleegt u de reductietabellen hoger in dit hoofdstuk.
2.
Voor deze behuizing zijn een of meer deurventilatoren nodig om de warmteverliezen af te voeren die niet via het backchannel van de frequen-
tieomvormer gaan, evenals extra verliezen afkomstig van andere componenten die in de behuizing zijn geïnstalleerd. De totaal benodigde
luchtstroming moet worden berekend om de juiste ventilatoren te kunnen selecteren. Sommige fabrikanten van behuizingen bieden software
voor het uitvoeren van deze berekeningen (bijv. Rittal Therm-software).
Als de frequentieomvormer de enige warmtegenererende component in de behuizing is, moet de luchtstroming voor framegrootte D3 en D4 bij
een omgevingstemperatuur van 45 °C minimaal 391 m
van 45 °C voor de omvormer met frame E2 bedraagt 782 m3/u. (460 cfm).
NB!
Zie de instructie voor boven- en onderafdekking in Rittal-behuizingen (
meer informatie.
Bestelgegevens
Framegrootte D3: 176F1781
Framegrootte D4: 176F1782
Framegrootte E2: 176F1783
3.4.4 Installatie van boven- en onderafdekkingen
Boven- en onderafdekkingen kunnen worden geïnstalleerd op framegrootte D3, D4 en E2. Deze sets zijn ontworpen om de backchannelluchtstroom de
achterkant van de omvormer in en uit te leiden, in plaats van de onderkant van de omvormer in en de bovenkant van de omvormer uit (als de omvormers
rechtstreeks op een wand of in een gelaste behuizing worden geïnstalleerd).
Opmerkingen:
1.
Als extern leidingwerk wordt aangesloten op het uitlaattraject van de omvormer ontstaat extra tegendruk, waardoor de koeling van de omvormer
wordt verminderd. Het vermogen van de omvormer moet dan worden gereduceerd om te compenseren voor de verminderde koeling. Eerst
moet de drukdaling worden berekend en vervolgens raadpleegt u de reductietabellen hoger in dit hoofdstuk.
2.
Voor deze behuizing zijn een of meer deurventilatoren nodig om de warmteverliezen af te voeren die niet via het backchannel van de frequen-
tieomvormer gaan, evenals extra verliezen afkomstig van andere componenten die in de behuizing zijn geïnstalleerd. De totaal benodigde
luchtstroming moet worden berekend om de juiste ventilatoren te kunnen selecteren. Sommige fabrikanten van behuizingen bieden software
voor het uitvoeren van deze berekeningen (bijv. Rittal Therm-software).
Als de frequentieomvormer de enige warmtegenererende component in de behuizing is, moet de luchtstroming voor framegrootte D3 en D4 bij
een omgevingstemperatuur van 45 °C minimaal 391 m
van 45 °C moet minimaal 782 m
NB!
Zie de instructie voor boven- en onderafdekking in Rittal-behuizingen
meer informatie.
Bestelgegevens
Framegrootte D3 en D4: 176F1862
Framegrootte E2: 176F1861
3
/u. (230 cfm) zijn. De minimaal vereiste luchtdoorstroming bij een omgevingstemperatuur
3
/u. (230 cfm) zijn. De luchtstroming voor framegrootte E2 bij een omgevingstemperatuur
3
/u. (460 cfm) zijn.
MG.11.F3.10 – VLT
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
3 Mechanische installatie
Top and Bottom Covers – Rittal Enclosure),
(Top and Bottom Covers – Rittal Enclosure)
3
177R0076, voor
, 175R1106, voor
47