Montageverloop
Elektrisch aansluiten
Klemmen
Functie
X3.8
Vorstbeveiligingsthermo-
X3.9
staat en/of dauwpuntsen-
sor
of
Brug
X3.18
Netaansluiting warmte-
X2.1
pompregeling 230 V~
X1.1
Binneneenheid: Regelaar- en sensorprintplaat (sensoren)
Vereiste parameters bij de inbedrijfstel-
ling instellen, zie vanaf pagina 78.
Stekker
F0.1/F0.2
F0.2/F0.3
F4
F11
F13
F14
F16
F21
F23
48
(vervolg)
Sensor
Buitentemperatuursensor
Draadloze tijdmodule
Buffertemperatuursensor
Vochtaanbouwschakelaar 24 V–
Opmerking
Wanneer dauwpuntsensoren 230 V~ (aansluiting
op X3.8/X3.9) bij koeling worden gebruikt, brug
plaatsen, anders treedt de warmtepomp niet in
werking (melding "CA veiligheidsinrichting pri-
mair").
Aanvoertemperatuursensor installatie (achter
CV-waterbuffer)
Aanvoertemperatuursensor koelcircuit (CV-cir-
cuit zonder mengklep A1/VC1 of apart koelcircuit
AKC)
Kamertemperatuursensor voor afzonderlijk koel-
circuit AKC (vereist) of voor CV-/koelcircuit zon-
der mengklep A1/VC1 (aanbevolen)
Collectortemperatuursensor
Retourtemperatuursensor zonnecircuit
Verklaring
Potentiaalvrije opener nodig:
■ gesloten: Veiligheidscircuit vrij
■ geopend: veiligheidscircuit onderbroken,
warmtepomp uit bedrijf
■ Schakelvermogen 230 V~, 0,15 A
■ Bij aansluiting brug verwijderen.
■ Serieschakeling bij aanwezigheid beide
veiligheidscomponenten.
Zie hoofdstuk "Netaansluiting".
Type
NTC 10 kΩ
DCF
NTC 10 kΩ
―
NTC 10 kΩ
NTC 10 kΩ
NTC 10 kΩ
NTC 20 kΩ
NTC 10 kΩ