Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Menu 1.9.4 Instellingen Ruimtesensor - Metro Therm SHB 20 Installatie- En Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

ADVIES
Wacht 24 uur voordat u de instellingen wijzigt om
de kamertemperatuur te stabiliseren.
Als het buiten koud is en de kamertemperatuur te
laag, verhoog dan de helling van de curve met één
waarde.
Als het buiten koud is en de kamertemperatuur te
hoog, verminder dan de helling van de curve met
één waarde.
Als de buitenkant warm is en de kamertempera-
tuur te laag, verhoog dan de curveverschuiving
met één waarde.
Als het buiten warm is en de kamertemperatuur
te hoog, verminder dan de curveverschuiving met
één waarde.
Menu 1.9.2 - externe instelling
Het aansluiten van een extern signaal, bijv. een ruimtesen-
sor of programmeerapparaat, zal de kamertemperatuur tij-
dens het verwarmen tijdelijk of periodiek verhogen of ver-
lagen. Wanneer het signaal wordt geactiveerd, verandert
de offset van de verwarmingscurve met het aantal in het
menu geselecteerde graden. Nadat de ruimtesensor is ge-
installeerd en ingeschakeld, wordt de gewenste kamertem-
peratuur (°C) ingesteld.
Bij meerdere verwarmingssystemen kunnen voor elk sys-
teem afzonderlijke instellingen worden gemaakt. Voor meer
informatie selecteert u " ? ".
Fabrieksinstelling:
verwarming
verwarmingssysteem 1: 0
koeling (indien geactiveerd)
verwarmingssysteem 1: 0
Menu 1.9.3 - min. aanvoertemp.
Selecteer in Menu 1.9.3 de verwarming of koeling (als deze
geactiveerd is) en stel in het volgende menu de minimum
aanvoertemperatuur van het verwarmingssysteem in (min.
aanvoertemperatuur van de verwarming/koeling). Dit bete-
kent dat de SHB 20 nooit een lagere temperatuur berekent
dan de hier ingestelde temperatuur.
Bij meerdere verwarmingssystemen kunnen voor elk sys-
teem afzonderlijke instellingen worden gemaakt.
SHB20
Fabrieksinstelling:
verwarming
verwarmingssysteem 1: 20
koeling (indien geactiveerd)
verwarmingssysteem 1: 18
BELANGRIJK
Voor actieve koeling moet de minimumtempera-
tuur worden bepaald op basis van de tempera-
tuur van het verwarmingssysteem.
ADVIES
De waarde kan worden verhoogd als er bijvoor-
beeld een kelder is die altijd verwarmd moet wor-
den, zelfs in de zomer.
U kunt de waarden ook verhogen in het menu "Ver-
warming uitschakelen" 4.9.2 "Auto modus inst.".

Menu 1.9.4 Instellingen ruimtesensor

Hier kunt u de ruimtesensoren activeren die de kamertem-
peratuur regelen.
Hier kunt u de factor (numerieke waarde) instellen die het
effect van de kamertemperatuur (verschil tussen de ac-
tuele en de gewenste kamertemperatuur) op de aanvoer-
temperatuur van het verwarmingssysteem bepaalt, die te
hoog of te laag is. Een hogere waarde betekent een hogere
en snellere verandering in de verschuiving van de verwar-
mingscurve. Voor meer informatie selecteert u " ? ".
BELANGRIJK
Een te hoge vooringestelde waarde voor de "sys-
teemfactor" kan (afhankelijk van het verwar-
mingssysteem) leiden tot een onstabiele kamer-
temperatuur.
Fabrieksinstelling: uit
53
Hoofdstuk 9 | Controle

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave