Aansluiten van het extra verwarmingscircuit
Bij gebruik van een extra uitbreidingskaart kan het systeem
met extra verwarmingscircuits worden uitgebreid AA5. Met de
AXC 30 kaart of een kant-en-klare set ECS 40 / ECS 41 in de
regelaar kan een extra verwarmingscircuit worden geactiveerd.
SHB10
SHB 20
P
-BT12
-BT63
XL52
-QN10
-BT15
-BT3
-BT71
XL53
HS1
-GP12
P
-BP4
De AXC 30 of ECS 40 / ECS 41 handleiding beschrijft de extra
accessoires en de mogelijkheden en hoe deze aan te sluiten.
Sanitair warm water circulatie
BELANGRIJK
Als de AA3:X7 aansluiting voor andere doeleinden
wordt gebruikt, is een extra AA5 uitbreidingskaart
nodig om de circulatiepompbesturing aan te sluiten.
Aansluiting van de warmwatercirculatie-
pompsturing.
De circulatiepomp voor warm water kan in twee configura-
ties worden aangesloten:
•
op kaart AA3: X7 (potentiaalvrij relais; max. 2 A), op klemmen-
strook AA3-X7: NO (230 V), en N en PE op klemmenstrook X1.
AA3-X7
L N
PE 1
X1
•
als de uitgang AA3:X7 bezet is, wordt de GP11 aangesloten
op de AA5-uitbreidingskaart (niet inbegrepen in de SHB20-
kit) op de AA5-X9:8 (230V), AA5-X9:7 (N) en X1:PE-strip
AA5-uitbreidingskaart Extern
Expansion Card
9
8
7
6
5
4
3
2
1
AA5-X9
0 PE 2
Zie de handleiding van de AXC30-uitbreidingskaart voor
meer informatie.
SHB20
-BT3
-GP20
-AA25
-BT2
-QN25
-B
T25
-GP10
XL1
XL2
-BT71
AA3:X7
1
2 3
C NO NC
SHB 10
SHB 20
Extern
X1
External
L
N
PE
L
N
PE
1
GP11
External
L
N
PE
GP11
X1
3
Installatie van de temperatuur-
sensor op de pijpleiding
Temperatuursensoren worden gemonteerd met thermi-
sche pasta, kabelbinders en aluminiumtape (de eerste ka-
belbinder wordt bevestigd aan de pijp in het midden van de
sensor, de tweede ongeveer 5 cm achter de sensor). Isoleer
ze dan met isolatietape.
Eenheid SHB 20 in combinatie met de buitenunit van de
luchtwarmtepomp METROTHERM SPLIT (METROAIR L)
vormt het een compleet verwarmingsbron.
De METROAIR L buitenunit levert thermische energie
voor het verwarmen van sanitair water, het verwarmen
van het systeem, het verwarmen en koelen van het
zwembad door gebruik te maken van de gratis energie
die zich in de buitenlucht bevindt, en werkt efficiënt in
het lage temperatuurbereik tot -20°C.
De verbinding tussen de buitenunit met de SHB 20 bin-
nenunit, een met koudemiddel gevuld leidingsysteem,
beschermt de verbinding tegen bevriezing bij stroomuit-
val. De geavanceerde controller is verantwoordelijk voor
de controle van de werking van het systeem.
AANDACHT
De SHB 20 is standaard uitgerust met alle tempe-
ratuursensoren. De BT25-sensor moet onafhan-
kelijk worden geïnstalleerd op een externe leiding
en in sommige systemen moeten de sensoren
worden overgebracht naar andere delen van het
systeem. Voor de locatie van de sensoren zie het
relevante punt voor de aansluiting van het sys-
teem.
AANDACHT
In het geval dat het volume van de centrale ver-
warming wordt verhoogd door middel van een
buffervat, moet het volume van het systeem wor-
den gecontroleerd en moet de capaciteit van het
bestaande diafragmavat zo nodig worden ver-
hoogd.
BELANGRIJK!
In de installatie moeten deeltjesfilters voor ver-
warmingssystemen worden gebruikt. Filters be-
schermen het apparaat tegen vervuiling.
Hoofdstuk 4 | Pijpaansluitingen
27