BELANGRIJK
Bij gebruik van een 400V-aansluiting is het maxi-
male vermogen van de elektrische module die in
het apparaat wordt gebruikt SHB 20 is 9kW.
Aansluiting op de voeding 230V
De voedingsaansluiting wordt via de ingangen aan de ach-
terzijde van het apparaat (UB1 en UB2) of via de ingangen
aan de onderzijde (UB3 en UB4) op de klem (X0) aangeslo-
ten. Gebruik een kabel die is geselecteerd in overeenstem-
ming met de geldende normen.
De 230V aansluiting maakt een maximaal vermogen van
4,5kW op de hulpverwarming mogelijk. De aansluiting moet
volgens het in de bedieningshandleiding gebruikte schema
worden uitgevoerd.
Voor een gedetailleerd aansluitschema, zie subsectie
"Elektrische aansluitschema's".
Bedradingsschema van de 230V-voeding
L
N PE
X0
HET IS VERBODEN OM
BRUGGEN TE INSTAL-
LEREN OP HET KNOOP-
PUNT L2 EN L3!
BELANGRIJK
Bij gebruik van een 230V-aansluiting is het maxi-
male vermogen van de aanvullende verwarming die
in het apparaat wordt gebruikt SHB 20 is 4,5kW.
BELANGRIJK
In het geval van dubbele tariefcontrole door het
energiebedrijf, wordt aanbevolen om de neutrale ge-
leider van het stroomcircuit (meter) aan te sluiten -
zeker bij gebruik van de 230V aansluiting.
BELANGRIJK
Het is verboden om bruggen te installeren op het
knooppunt L1, L2 en L3. Anders kunnen het appa-
raat en het elektrische systeem beschadigd raken.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die
wordt veroorzaakt door het niet naleven van bo-
venstaande bepaling.
SHB20
L
N PE
X0
Plaats de brug om
230V-voeding aan
te sluiten
Verwijder de brug
voor een dubbele
tariefregeling.
Overstroombeveiligingsschakelaar
De automatische besturing voor verwarming, circulatiepomp
en hun bedrading in SHB 20 zijn intern beveiligd door een
overstroombeveiligingsschakelaar C10(FA1). De externe mo-
dule METROAIR L en de accessoires zijn intern in de SHB 20
beveiligd door een overstroombeveiligingsschakelaar B20
(FA2).
BELANGRIJK!
De elektrische installatie moet ook een extra stroom-
schakelaar hebben om de hoofdvoeding naar de unit
af te sluiten.
UB1
FA2
UB3
Verbinding SHB 20 en METROAIR L
Sluit de aansluitkabel van het apparaat aan op de voedingsaan-
sluiting (TB) in METROAIR L en op de strook (X10) in SHB 20.
BELANGRIJK!
Zet de bedrading vast zodat het klemmenblok
niet onder spanning staat. Het uiteinde van een
ongeïsoleerde kabel moet 8 mm lang zijn.
METROAIR L
Sluit de fasedraad (bruin), de neutrale draad (blauw), de
communicatiedraad (zwart en grijs) en de beschermings-
draad (geel-groen) aan, zoals aangegeven op de tekening:
METROAIR L
SHB 20
SHB10
Hoofdstuk 6 | Elektrische aansluitingen
FA1
UB2
UB4
Communicatie
kabels
Min.
5 x 2,5 mm
2
37