Terug naar inhoudsopgave
Optionele aanpassingen (basis)
Deze hulpmiddelen worden het meest toegepast, maar gebruik ervan
is altijd optioneel. Welke hulpmiddelen beschikbaar zijn, hangt af van
het uitvoertype.
Formaat wijzigen (uitvoerafmetingen)
U kunt de grootte van het beeld wijzigen alvorens de uiteindelijke scan
te maken door de uitvoerafmetingen te wijzigen. Door het gescande
beeld de gewenste afmetingen te geven voordat de definitieve scan
wordt gemaakt, bereikt u de beste beeldkwaliteit.
Tip
Als u de grootte van beelden moet wijzigen zodat ze
in een bestand passen, bijvoorbeeld in een
tekstverwerkingsdocument, past u de grootte in de
scannersoftware aan. Als u de grootte van beelden
in een ander programma wijzigt, kunnen de beelden
onscherp worden of kartelranden vertonen.
Scanning vanuit HP Precisionscan Pro
De grootte van een beeld wijzigen
1
Kies Formaat wijzigen in het menu Hulpmiddelen. Het
dialoogvenster Formaat wijzigen verschijnt.
2
Kies een van de volgende mogelijkheden:
Selecteer desgewenst een maateenheid in het veld Eenheden.
Typ bij Uitvoerafmetingen een nieuwe waarde in het veld
Breedte of Hoogte en druk op
Selecteer in het veld Schaal een percentage.
De nieuwe waarden verschijnen in de velden Schaal, Breedte en
Hoogte, maar het selectiegebied en het gescande beeld op het
scherm blijven ongewijzigd. De grootte wordt pas gewijzigd
wanneer u de scan voltooit.
3
Klik desgewenst op
. De gedefinieerde uitvoerafmetingen
worden dan vergrendeld, zodat u het selectiegebied kunt wijzigen
zonder de uitvoerafmetingen te wijzigen. Wanneer u de
selectierand wijzigt, past de software de rand aan met behoud van
de hoogte-breedteverhouding. De uitvoerafmetingen blijven
ongewijzigd.
43
E
.
NTER