8.11 Hydraulische
naloopmarkeurs
Ec>ri hydraulisch
bediende
naloopmarkeur
(fq 50/1)
is goed te combrneren
met de hy-
dr,rulrsch
bedrende
markeurautomaat
en rijsporenschakelaar.
Wordt de aandrijving
van
rsarraden
voor het aanleggen
van rijsporen
urtgeschakeld,
dan zakken
de beide grote
rnarkourschijven
(frg 50/2) van de naloopmarkeur
en markeren
de rijsporen
van de trek-
kef. rodat deze rrchtbaar
blijven,
om een bespurtrng
uit te voeren voordat
de zaden zijn
ontkremd
Na hot zaaren is het met deze methode
mogelrjk,
in nog niet zichtbare
,,gewassporen"
te
trjden
De naloopmarkeurschijven
zijn gelicht wanneer
alle zaairaden
in werking
rijn; dus
wanneer geen rijsporen
worden uitgespaard.
De markeurschrjven
worden
met behulp
van reskant-bouten
(fig 50/3)
rngesteld
op de
!.,poorbrecdte
van de verplegrngstrekker.
0r1 lichte grondsoorten
dienen
de markeurschrjven
door verdraaiing
van het bovenste
dec'l (frg 50/4) zo rngesteld
te worden
dat de schijven ongeveer
evenwrjdig
lopen aan de
WIC~IC~II van de raarmachrne.
Op zware grondsoorten
dienen
de markeurschijven
juist op
..qrrf"
gesteld te worden,
zodat een agressievere
werking
een durdelijker
spoor rrchtbaar
rri,i:ikl
Wordt
een /aalrad-rrjsporenschakeling
met 2-voudrge
schakeling
gebrurkt,
kan
men
slochts een markeurschrjf
aanbrengen
Dere markeurschijf
dient rnen zo in te stellen
dat
~-)IJ het hoen- en terugrrjden
op het land de spoorbreedte
van de verplegingstrekker
zicht-
baar wordt gemaakt
(zie punt 8.5).
In de transportstand
zijn de naloopmarkeurs
(fig. 50a/l)
en het aanbouwframe
(fig. 50a/2)
met de bouten
(fig. 50a/5 en 50a/2)
af te steken en te borgen.
De markeurschijven
zijn
nu omhooggeklapt
en staan dwars voor de Exakt-egge.
Fig. 51 toont een combinatie
met
het AMAZONE-,,Huckepack"
systeem en een D 7/30-E-R
zaaimachine
met naloopmarkeur
In transportstand.
Tijdens
transport
op openbare
wegen kan men de markeurschijven,
na
het losdraaien
van de bouten (fig 50/5), Samen met het aanbouwframe
afnemen.
De naloopmarkeur
wordt
door
een
wegeventiel
(fig. 52/1)
gestuurd,
dat ook
weer
vanuit
de rrjsporenschakeling
wordt
gestuurd.
Een regelschijf
(fig. 52/3),
op de trekstang
(fig.
52/2) van de rijsporen
schakelautomaat,
druk bij stand ,,O" tegen de hefboom
van het
wegeventrel
(fig. 52/4). en de naloopmarkeurschijven
zakken omlaag. Bij het verder scha-
kelen van de rijsporenschakelautomaat
op stand ,,i", draait de stuurschijf
(fig. 52/3) terug
en wordt de naloopmarkeur
weer opgelicht.
De stuurschijf
(fig. 52/3) dient op stand ,.O"
te worden ingesteld.
43