6.1.1 Hydraulische
drukverstelling
van de Exakt-eggen
Bij sterk Wisselende
bodemomstandigheden
is het gewenst
dat gelijk met de schaardruk,
ook de druk van de egge-elementen
kan worden
aangepast.
Daarom is een hydraulische
cilinder
(fig. 34/1) met houder, aan de Exakt-egge
aangebracht,
die de druk van de egge-
elementen
verhoogt
wanneer
ook de schaardruk
wordt verhoogt.
Om deze hydraulische
cilinder
te bedienen
is een enkelwerkend
ventiel op de trekker
nodig.
Door de twee pennen
(fig. 34/2)
in het stelsegment
te versteken
kan de maximale
en
minimale druk op de egge-elementen
vooraf worden gekozen.
8.2 Laadbrug
Om de zaadkast
gemakkelijk
te vullen via de achterkant
van de zaaimachine,
bij gebruik
van een Exakt-egge
of een zaadegge,
kan een laadbrug
(fig. 35/1) gemonteerd
worden.
LET OP: De laadbrug
dient uitsluitend
om de zaadkast
te vullen.
Het is niet toegestaan
tijdens het rijden op de laadbrug
te verblijven.
8.3 Hydraulische
zaairad-rijsporenschakeling
met Schling-veerkoppeling
Met hehulp van de rijsporenschakeling
kan men tijdens
het zaaien, op gewenste
afstan-
den, rijsporen
aanleggen,
die later als spuit- en strooisporen
kunnen
dienen.
Deze rij-
sporen worden
niet ingezaaid.
De afstanden
tussen de rijsporen
hangen
Samen met de
t--~-~+- van rje zaai.mach!ne
en -.-
dI +cI-I:c
dienen daarom aangepast
te worden
op de strooibreedte
van de kunstmeststrooier
en op de spuithreedte
van de veldspuit.
Onder
punt 8.5 zijn
hiervoor voorbeelden
opgenomen.
Men kan brede- en smalle rijsporen
aanleggen
en hiertoe van een tot vier zaairaden
per
wiel uitschakelen.
De hydraulisch
bediende
rijsporenschakeling
(fig. 36/1) van de AMAZONE
zaaimachines
voor smalle rijen is gekoppeld
met de hydraulische
schakelautomaat
(fig. 36/5) voor de
markeurs.
Bij het omwisselen
van de markeurs,
door het enkelwerkende
stuurventiel
op
de trekker te bedienen,
schakelt ook de rijsporenschakelaar
verder.
Op de cijferschijf
(fig. 36/4)
kan men, vanaf de trekkerzitting,
zien in welke
stand
de
schakelautomaat
Staat. Zodra op de cijferschijf
de stand ,.O" te zien is, blijven
de aan-
drijftandwrelen
(fig. 19/5) stilstaan,
waarbij de zaairaden
worden verhindert
om te draaien,
zodat deze zaairaden
niet meer zaaien. Daardoor
ontstaan
rijsporen.
Een tandwie1 in de
rijsporenschakelautomaat
(fig. 36/1)
regelt
de zaaimachinegangen
waarin
de rijsporen
aangelegd
worden.
Aan het begin van het werk dient u de rijsporenschakeling
met de hand, door te trekken
aan de bedieningshefboom
(fig. 36/2).
Het juiste getal (fig. 36/4) op de schakelautomaat
dient te worden ingesteld.
U kunt ze aan de hand van voorbeelden
van het aanleggen
van
rijsporen,
onder punt 8.5 zien. Wel dient u er op te letten of de hydraulische
schakelauto-
maat (fig. 36/5) is ingesteld
in overeenstemming
met de stand, van de markeur.
Wanneer
geen rijsporen
aangelegd
worden
en er wel gezaaid
moet worden
met de hy-
draulische
markeurautomaat,
dan kan men de rijsporenschakelaar
hlokkeren.
De klem-
bout (fig. 36/3) wordt
in het sleufgat
zo ver verschoven.
totdat
schakelen
met de bedie-
ningshefboom
niet meer mogelijk
is.
LET OP: De cijferschijf
(fis. 36/4) mag op de schakelaar
niet op de stand ,,O" staan, omdat
anders doorgaand
rijsporen
worden
aangelegd
en er niet meer wordt gezaaid.
Warmeer
uw zaaimachine
langer heeft stilgestaan,
controleer
dan of de uitschakelbare
zaairaden,
die dienen voor het aanleggen
van zaaisporen,
licht draaien.
Het is n.l. mogelijk
dat deze
gaan vastzitten,
door het stof van ontsmettingsmiddel.
Wanneer
dit het geval is kunnen
door draaien
met de hand de zaairaden
weer gangbaar
worden
gemaakt.
In geen geval
olieen, omdat het stof zieh dan pas goed in deze omgeving
kan vastzetten.
27