4
Het papier in de papiercassette stoppen.
•Niet meer papier in de cassette
stoppen dan past onder de mark-
ering op de achterste papiers-
chuif.
•De papiercasette kan ongeveer
500 vellen papier van 80 g/m²
basisgewicht houden, of met een
dikte van 0,11 mm.
•De bladzijde die naar boven
gekeerd is wordt bedrukt.
5
Stop het plaatje met de papiermaat
(bijgeleverd) in de gleuf in de papiercas-
sette. De maat van het geladen papier is
zo te zien.
6
Sluit de papiercassette.
7
Het papier op dezelfde manier in de
tweede papiercassette laden.
8
Stel het mediatype voor de cassette in, op
basis van het papier in de cassette.
Door het mediatype in te stellen kan de
printer automatisch papier gebruiken op
basis van het mediatype dat in de appli-
catiesoftware (printer driver) bepaald is.
Om het mediatype in te stellen, leest u de
Handleiding
.
UPPER LEVEL
13