Gebruikershandleiding
6. Controleer het afgedrukte patroon goed en voer vervolgens een van de onderstaande opties uit, afhankelijk
van de afdrukresultaten.
❏ A:
Alle lijnen worden afgedrukt. Er zijn geen aanvullende stappen benodigd.
❏ B of gelijkend op B: reinig de printkop.
Reinig de printkop als enkele spuitkanaaltjes verstopt zijn. Zie de onderstaande gerelateerde informatie
voor meer details.
❏ C of gelijkend op C: voer extra sterke reiniging uit op de printkop.
Voer een grondige reiniging uit als de meeste lijnen onderbroken zijn of de meeste segmenten ontbreken.
Zie de onderstaande gerelateerde informatie voor meer details.
Gerelateerde informatie
"Papier in de Papiercassette laden" op pagina 36
&
"Printkop reinigen — (Printkop reinigen)" op pagina 85
&
"Extra sterke reiniging uitvoeren op de printkop — (Krachtige reiniging)" op pagina 87
&
Printkop reinigen — (Printkop reinigen)
Wanneer op afdrukken vage plekken of strepen verschijnen, zijn de spuitkanaaltjes verstopt. Wanneer de
afdrukkwaliteit minder is geworden, gebruikt u de spuitkanaaltjescontrole om te kijken of de kanaaltjes verstopt
zitten en om de printkop te reinigen. Zie de bijbehorende informatie hieronder voor details over het uitvoeren van
de spuitkanaaltjescontrole.
De printer onderhouden
85