Gebruikershandleiding
E-13
Oplossingen:
Controleer het volgende.
❏ Netwerkapparaten zoals een draadloze router, hub en router, zijn ingeschakeld.
❏ De TCP/IP-instelling voor netwerkapparaten is niet handmatig opgegeven. (Als de TCP/IP-instelling van de
printer automatisch is ingesteld terwijl de TCP/IP-instelling voor andere netwerkapparaten handmatig wordt
uitgevoerd, kan het netwerk van de printer verschillen van het netwerk voor andere apparaten.)
Als dit nog steeds niet werkt nadat u het bovenstaande hebt gecontroleerd, probeert u het volgende.
❏ Schakel de draadloze router uit. Wacht ongeveer 10 seconden en schakel deze in.
❏ Definieer netwerkinstellingen op de computer die op hetzelfde netwerk als de printer zit met het
installatieprogramma. U kunt dit uitvoeren vanaf de volgende website.
http://epson.sn
> Instellen
❏ U kunt meerdere wachtwoorden registreren op een draadloze router die het WEP-beveiligingstype gebruikt. Als
er meerdere wachtwoorden zijn geregistreerd, moet u controleren of het eerste geregistreerde wachtwoord op de
printer is ingesteld.
Gerelateerde informatie
"Een netwerkstatusvel afdrukken" op pagina 31
&
"Een computer verbinden" op pagina 19
&
Bericht over de netwerkomgeving
Bericht
*Er zijn meerdere netwerknamen (SSID)
gedetecteerd die overeenstemmen met de
ingevoerde netwerknaam (SSID).
Controleer de netwerknaam (SSID).
De Wi-Fi-omgeving moet worden
verbeterd. Schakel de draadloze router uit
en vervolgens weer in. Als de verbinding
niet verbetert, raadpleegt u de
documentatie voor de draadloze router.
*Er kunnen niet meer apparaten
aangesloten worden. Verwijder een van de
apparaten als u een ander wilt toevoegen.
Netwerkinstellingen
Oplossing
Dezelfde SSID kan worden ingesteld op meerdere draadloze routers.
Controleer de instellingen van de draadloze router en wijzig de SSID.
Nadat u de printer dichter bij de draadloze router hebt geplaatst en eventuele
obstakels hebt verwijderd, schakelt u de draadloze router uit. Wacht circa 10
seconden en schakel het toegangspunt weer in. Als de printer nog steeds
geen verbinding maakt, raadpleegt u de documentatie die bij de draadloze
router is meegeleverd.
De computer en de smart-apparaten die tegelijkertijd kunnen worden
verbonden, worden volledig verbonden in de Wi-Fi Direct (eenvoudige AP)
verbinding. Om nog een computer of een ander smart device toe te voegen,
moet u eerst de verbinding van een van de verbonden apparaten verbreken
of een van de verbonden apparaten eerst aansluiten op een ander netwerk.
U kunt het aantal draadloze apparaten die tegelijkertijd kunnen worden
aangesloten en het aantal verbonden apparaten bevestigen door het
netwerkstatusvel te controleren.
30