6.15
Uitschakeling van de brander tijdens de werking
Als de vlam toevallig uitgaat tijdens de werking, voert de contro-
ledoos een cyclusherhaling uit. De startfase wordt dus een maal
herhaald en er wordt een poging tot ontsteking uitgevoerd.
Als de vlam blijft ontbreken, wordt de controledoos vergrendeld.
6.16
Stilleggen van de brander
Het brander kan op de volgende wijzen stilgelegd worden:
met de scheidingsschakelaar van de stroomtoevoerlijn op
het schakelpaneel van de ketel;
door de keuzeschakelaar "OFF/ON" (Afb. 5 op pag. 12) te
plaatsen in de stand "OFF" (0);
door de transparante bescherming te verwijderen die het
bedieningspaneel bedekt, nadat de relatieve schroef is los-
gedraaid, en door te handelen op het paneel zoals is aange-
duid in de Procedure van de manuele ontgrendeling.
6.17
Eindcontroles (met brander in werking)
Open de thermostaat/drukschakelaar TL
Open de thermostaat/drukschakelaar TS
Draai het draaiknopje van de maximumgasdrukschake-
laar rond tot in de stand minimumschaaleinde
Draai het draaiknopje van de luchtdrukschakelaar rond
tot in de stand maximumschaaleinde
Draai het draaiknopje van de maximumoliedrukschake-
laar rond tot in de stand minimumschaaleinde
Schakel de brander en de spanning uit
Koppel de connector van de minimum gasdrukschakelaar
los
Draai het draaiknopje van de minimumdrukschakelaar
van de olie rond tot in de stand maximumschaaleinde
Verduister de vlambeveilinging
Controleer of de mechanische blokkeringen van
de afstellingsmechanismen goed zijn aange-
draaid.
OPGELET
OPGELET
20121308
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander
De brander moet stoppen met werken
De brander moet vergrendelen
De brander mag niet starten
de brander moet vergrendelen door vlamverlies
54
NL
Tab. U