Inhoudsopgave
Advertenties
Wachtwoorden instellen
Wachtwoorden instellen
U kunt twee wachtwoorden instellen voor de beveiliging van uw pc-
werkstation op twee verschillende niveaus: een beheerderswacht-
woord en een gebruikerswachtwoord. De wachtwoorden moeten wor-
den ingesteld in het menu Security van het programma Setup.
Een beheerderswachtwoord instellen
Door een beheerderswachtwoord in te stellen, beveiligt u de configura-
tie van het pc-werkstation in het programma Setup. Als een beheer-
derswachtwoord is ingesteld, kan om een opstartwachtwoord worden
gevraagd zodat het pc-werkstation tijdens uw afwezigheid niet kan
worden ingeschakeld of gebruikt. Met dit wachtwoord kunt u ook het
pc-werkstation inschakelen als het toetsenbord en de muis zijn ver-
grendeld. Typ het wachtwoord en druk op
bord in te schakelen (zie "Het samenvattingsscherm en het programma
Setup" op pagina 94).
Als u zowel een beheerders- als een gebruikerswachtwoord hebt inge-
steld en u voert het programma Setup uit met behulp van het gebrui-
kerswachtwoord, kunt u niet alle Setup-opties wijzigen. Als u Setup
uitvoert met behulp van het beheerderswachtwoord, kunt u alle opties
wijzigen.
Een beheerderswachtwoord instellen:
1 Voer het programma Setup uit (zie "Het samenvattingsscherm en
het programma Setup" op pagina 94).
2 Selecteer het menu Beveiling.
3 Selecteer het submenu Beheerderswachtwoord.
4 Kies de optie Beheerderswachtwoord instellen. U moet het
wachtwoord twee keer invoeren. Sla de wijzigingen op en sluit
Setup af door Afsluiten en vervolgens Wijzigingen opslaan en
afsluiten te kiezen.
Als u het wachtwoord wilt verwijderen, volgt u dezelfde procedure als
bij het instellen van een wachtwoord. Geef eerst het bestaande wacht-
woord op, maar laat het invoerveld voor het nieuwe wachtwoord leeg.
Druk op
. en druk nogmaals op
16
om het toetsen-
om te bevestigen.
Advertenties
Inhoudsopgave
