Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Elektrische installatie

4.9 Installatiechecklist

Voordat u de installatie van de eenheid voltooit, moet u eerst de volledige installatie inspecteren zoals aangegeven in
Tabel 4.3. Vink de items af wanneer ze voltooid zijn.
Inspecteren
Hulpapparatuur
4
4
Bekabeling
Stuurkabels
Vrije ruimte voor
koeling
Omgevingscondities
Zekeringen en
circuitbreakers
Aarding
Bedrading voor in-
en
uitgangsvermogen
Binnenzijde paneel
Schakelaars
Trilling
Tabel 4.3 Installatiechecklist
VOORZICHTIG
POTENTIEEL GEVAAR BIJ INTERNE FOUT
Er bestaat een kans op lichamelijk letsel als de frequentieregelaar niet goed is gesloten.
Controleer vóór u de spanning inschakelt of alle veiligheidsafdekkingen op hun plaats zitten en stevig zijn
vastgezet.
24
Wilo EFC, 0,25-90 kW
Beschrijving
Kijk of er hulpapparatuur, schakelaars, werkschakelaars of ingangszekeringen/circuitbreakers aanwezig zijn
aan de voedende zijde van de frequentieregelaar of aan de uitgangszijde naar de motor. Ga na of deze
geschikt zijn om bij vol toerental te worden gebruikt.
Controleer de functie en installatie van sensoren die worden gebruikt voor terugkoppeling naar de
frequentieregelaar.
Verwijder eventuele arbeidsfactorcorrigerende condensatoren van de motor.
Pas eventuele arbeidsfactorcorrigerende condensatoren aan de voedingszijde aan en zorg dat ze worden
gedempt.
Zorg dat de motorkabels en de stuurkabels van elkaar zijn gescheiden (afgeschermd) of in 3 afzonderlijke
metalen kabelgoten zijn geplaatst om hoogfrequente interferentie tegen te gaan.
Controleer op gebroken of beschadigde draden en loszittende aansluitingen.
Controleer of de stuurkabels zijn gescheiden van voedings- en motorkabels om ruisimmuniteit te
garanderen.
Controleer de spanningsbron van de signalen, waar nodig.
Het gebruik van afgeschermde kabels of kabels met gedraaide paren wordt aanbevolen. Verzeker u ervan dat
de afscherming correct is aangesloten.
Controleer of er boven en onder de eenheid voldoende vrije ruimte is om te zorgen voor de benodigde
luchtkoeling; zie hoofdstuk 3.3 Montage.
Controleer of aan de omgevingscondities wordt voldaan.
Controleer op het gebruik van de juiste zekeringen en circuitbreakers.
Controleer of alle zekeringen stevig zijn bevestigd en bedrijfsklaar zijn en of alle circuitbreakers openstaan.
Controleer of er voldoende aardverbindingen zijn en of deze verbindingen stevig vastzitten en vrij zijn van
oxidatie.
Het aarden op een kabelgoot of het monteren van de achterwand op een metalen oppervlak is geen
geschikte aarding.
Controleer op loszittende aansluitingen.
Controleer of de motor- en netkabels in aparte kabelgoten zijn geplaatst of afzonderlijk zijn afgeschermd.
Controleer of de binnenzijde van de eenheid vrij is van vuil, metaalsplinters, vocht en corrosie.
Controleer of de eenheid is gemonteerd op een ongelakt metalen oppervlak.
Verzeker u ervan dat alle schakelaars en lastscheiders in de juiste stand staan.
Controleer of de eenheid stevig is gemonteerd of dat er trillingsdempers zijn gebruikt, waar nodig.
Controleer op ongebruikelijke trillingsniveaus.
10/2017 Alle rechten voorbehouden.
MG21L110

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave