REMKO ETF 360/460
Timer activeren
Met de timerfunctie kunt u
automatische schakelfuncties
voor apparaat „AAN/UIT" tot
24 uur (in fases van een uur)
voorselecteren.
Timer schakelfuncties
Instelling bij lopende werking:
Na het gekozen aantal uren
schakelt het apparaat UIT.
Instelling bij uitgeschakeld
apparaat (netstekker moet zijn
verbonden met een contactdoos):
Na het gekozen aantal uren
schakelt het apparaat AAN.
Met de toets [] kunt u de
■
timerfunctie activeren en met de
toetsen [] de gewenste tijd in
stappen van 1 uur (max. 24 uur)
selecteren.
De invoer wordt knipperend op
het display [] gedurende ca. 10
sec. weergegeven.
Een activering van de timer wordt
continu door het controlelampje
[] op het bedieningspaneel
weergegeven.
LET Op
!
Door het loskoppelen van het net
worden alle programmeringen /
instellingen verwijderd.
OpMERKIng
De apparaatbesturing met een
externe tijdschakelklok is niet
mogelijk.
10
Automatische ontdooiing
Het vocht dat zich in de lucht in
de ruimte bevindt, condenseert bij
afkoeling en bedekt, afhankelijk van
de luchttemperatuur en de relatieve
luchtvochtigheid (% r.v.), de
verdamperlamellen met rijp resp. ijs.
De in het apparaat ingebouwde
automatische ontdooiing schakelt,
indien nodig, de condensatiecyclus in.
De rijp- resp. ijsafzetting op de vlakken
van de wisselaar wordt indien noodzakelijk
door middel van heet gas ontdooid.
Deze bijzonder snelle en
effectieve ontdooiingsmethode
garandeert een hoog
ontvochtigingsvermogen.
Tijdens de ontdooiingsfase wordt
de ontvochtiging slechts korte tijd
onderbroken.
Door het controlelampje [] wordt
aangegeven dat de condensatiecyclus
met heet gas actief is.
OpMERKIng
Bij een voldoende hoge
temperatuur in de ruimte treedt in
de regel geen rijpvorming op en
daarmee is het ontdooiingsproces
niet noodzakelijk.
Zo functioneert de
luchtontvochtiger bijzonder
economisch.
Condensreservoir legen
Afhankelijk van de hoeveelheid
condens is het van tijd tot tijd
noodzakelijk om het ingebouwde
condensreservoir te legen.
Bij een gevuld condensreservoir
wordt de werking van het apparaat
onderbroken en het controlelampje []
„Reservoir vol" geeft deze toestand van
het apparaat aan door te knipperen.
1. Het gevulde reservoir er
voorzichtig naar voren uittrekken.
2. Het reservoir op een geschikte
plaats legen.
OpMERKIng
Na iedere leging dient het
condensreservoir incl. vlotter
gecontroleerd te worden
op evt. beschadigingen,
verontreinigingen, etc.
3. Het geleegde en gecontroleerde
condensreservoir weer zorgvuldig
in het apparaat plaatsen.
OpMERKIng
Een nieuwe start van het apparaat
geschiedt alleen bij correct
geplaatst condensreservoir.
Het controlelampje „Reservoir vol"
gaat uit en het apparaat werkt
geheel automatisch verder.