Hoofdstuk 6. Sequencer (weergeven)
Een patroon een naam geven [F5 (NAME)]
U kunt elk patroon een naam geven (maximaal 12 tekens).
fig.06-PtnName_70
1. Druk op [PATTERN] - [F3 (FUNC)] – [F5 (NAME)].
[PATTERN] gaat branden en het "PATTERN NAME"-
scherm verschijnt.
2. Druk op [CURSOR (links/rechts) om de cursor
op het te veranderen teken te zetten.
3. Gebruik [VALUE], [+/-] of [CURSOR (omhoog/
omlaag)] om het teken te veranderen.
Functieknoppen
[F1 (INSERT)]
Er wordt een spatie ingevoegd op de plaats van de cursor.
[F2 (DELETE)]
Het teken op de plaats van de cursor wordt gewist.
[F3 (SPACE)]
Het teken op de plaats van de cursor wordt vervangen
door een spatie.
[F4 (CHAR)]
Het soort teken op de plaats van de cursor wisselt tussen
hoofd- en kleine letters of verandert in nummers en
symbolen.
62
De metronoom starten en
stoppen (Click) On/Off
1. Druk op [TEMPO].
[TEMPO] gaat branden en het "TEMPO"-scherm verschijnt.
2. Druk op [F5] om de klik op ON of OFF te zetten.
fig.06-Click1_70
3. Druk op [EXIT] om terug te keren naar het
"DRUM KIT"-scherm.
U kunt de klik ook aan- of uitzetten door [SHIFT]
ingedrukt te houden en op [TEMPO] te drukken.
Een indicator als een klik
gebruiken (Tempo Indicator)
U kunt de [TEMPO]-indicator als klik gebruiken.
1. Druk op [TEMPO].
[TEMPO] gaat branden en het "TEMPO"-scherm
verschijnt.
2. Druk op [F4] om de [TEMPO]-indicator te laten
knipperen (ON) of uit te laten gaan (OFF)..
fig.06-Click2_70
3. Druk op [EXIT] om terug te keren naar het
"DRUM KIT"-scherm.