5 Werking
5.13
Configureren van de hybride werkingsmodus van een hydraulische bijverwarming
Tab.35
Berekenen van de drempelwaarde van de prestatiecoëfficiënt
Indien de prestatiecoëfficiënt van de warmtepomp hoger is dan de drempelprestatiecoëfficiënt, krijgt de warmtepomp voorrang.
Anders wordt alleen de bijverwarming ingeschakeld. De prestatiecoëfficiënt van de warmtepomp hangt af van de
buitentemperatuur en van de richttemperatuur van het verwarmingswater.
Parameter
Beschrijving
Hybr.status
(HP061).
HP061 = Kosten
Bij de optimalisering aan de hand van de energiekosten voor de consument (fabrieksinstelling) kiest de re
gelaar de goedkoopste generator aan de hand van de prestatiecoëfficiënt van de warmtepomp en aan de
hand van de energiekosten.
De omschakeling tussen de warmtepomp en de ketel gebeurt bij de drempelwaarde van de prestatiecoëffi
cient die is berekend overeenkomstig de optimaliseringsmodus van de energiekosten via de energiekos
tenparameters.
Kst hyb. el. tarief1 (HP062): Stroomkosten tijdens de piekuren
Kst hyb. el. tarief1 (HP063): Dalstroomkosten van elektriciteit
Kosten hyb. gas/olie (HP064): Kosten van fossiele energie (olie of gas) – prijs per m
worden ingesteld van 0,01 tot 2,50 €/kWh
HP061 =Primaire
Optimalisering van het primaire energieverbruik: De regelaar kiest de generator die de minste primaire
energy
energie verbruikt.
De omschakeling tussen de warmtepomp en de ketel gebeurt bij de drempelprestatiecoëfficiënt COP
drempel (HP054)overeenkomstig de optimaliseringsmodus van het primaire energieverbruik.
HP061 = CO2
Optimalisering van de CO
De omschakeling tussen de warmtepomp en de ketel gebeurt bij de drempelwaarde van de prestatiecoëffi
ciënt die is berekend overeenkomstig de optimaliseringsmodus van de CO
Hyb.coëff CO2 el. CV (HP065): CO
Hyb.coëf. CO2 el.SWW (HP066): CO
dus
Hyb.coëff CO2 g. ol. (HP067: CO
HP061 = Geen
Geen optimalisering: De warmtepomp start altijd eerst op, ongeacht de omstandigheden. Vervolgens wordt
indien nodig de bijverwarming van de ketel gestart.
42
Remeha Hera Hybrid
3. Controleer de hydraulische druk in de installatie die wordt
aangegeven op de gebruikersinterface.
Belangrijk
Geadviseerde hydraulische druk tussen 1,5 en 2,0 bar.
5.12.2
De warmtepomp uitschakelen
De warmtepomp moet in bepaalde situaties worden uitgeschakeld,
bijvoorbeeld tijdens werkzaamheden aan de apparatuur. In andere
situaties zoals een langere periode van afwezigheid, wordt aangeraden
om Systeem vakantiemodus de bedrijfsmodus te gebruiken om te kunnen
profiteren van de antiblokkeerfunctie van warmtepomp en om de installatie
tegen vorst te beschermen.
Uitschakelen van de warmtepomp:
1. Schakel de buitenunit en de binnenunit uit.
De hybride functie bestaat uit het automatisch overschakelen tussen de
warmtepomp en de ketel op grond van de verbruikskosten of CO
van elke warmtegenerator.
-uitstoot: De regelaar kiest de generator die de minste CO
2
-emissies van de elektriciteit in verwarmingsmodus
2
-emissies van de elektriciteit in sanitair-warmwaterbereidingsmo
2
-emissies van gas of stookolie
2
Invloed van buitentemperaturen en bivalentie
-uitstoot
2
3
of per liter – Kan
uitstoot.
2
-uitstoot:
2
7763608 - v03 - 11092020