11.14 Ommanteling reinigen
12 Technische specificaties
12.1
Goedkeuringen
12.1.1
Certificeringen
Tab.90
Certificeringen
CE-identificatienummer
NOx-klasse
(1)
Type rookgasaansluiting
(1) EN 15502–1
(2) Als een ketel wordt geïnstalleerd met een aansluiting van het type B
12.1.2
Toestelcategorieën
Tab.91
Toestelcategorieën
Land
België
Luxemburg
12.1.3
Richtlijnen
12.1.4
Fabriekstest
7669174 - v.05 - 29092021
Om bevriezing van de installatie en radiatoren in vorstgevoelige ruimten
(bijvoorbeeld een garage) te voorkomen, kan er op de ketel een
vorstthermostaat of, indien mogelijk, een buitensensor worden
aangesloten.
PIN 0063CQ3781
6
B
(2)
23P
C
, C
, C
13
33
Categorie
I
2E(R)B
II
2E3P
Naast de wettelijke voorschriften en richtlijnen, moeten ook de
aanvullende richtlijnen in deze handleiding worden opgevolgd.
Voor alle voorschriften en richtlijnen, zoals genoemd in deze handleiding,
geldt dat aanvullingen of latere voorschriften en richtlijnen op het moment
van installeren van toepassing zijn.
Iedere ketel wordt voor het verlaten van de fabriek optimaal ingesteld en
getest op:
Bij een watertemperatuur hoger dan 10℃ schakelt de brander uit en
draait de pomp kort na.
1. Reinig de buitenzijde van het apparaat met een vochtige doek en een
zacht schoonmaakmiddel
, C
53
93
, dan wordt de IP-codering van de ketel verlaagd tot IP20.
23P
Gassoort
G20/25 (E-gas)
G20/G25 (E gas)
G31 (propaan)
Elektrische veiligheid.
Afstelling van O
.
2
Waterdichtheid.
Gasdichtheid.
Parameterinstelling.
12 Technische specificaties
Aansluitdruk (mbar)
20/25
20
50
MCA
91