Installatie
De begrenzingskabel installeren en aansluiten op het
laadstation
Koppeling
Connector (S1)
Connector (AR)
22
Afbeelding
Perimeter draad
–
Diepte: 1
20 cm
Connector (S2)
Connector (AL)
Tab
Leg de begrenzingskabel door gebruik te maken
van het "TUINONTWERP" (M pagina 109).
• Houd voldoende kabel over om te zorgen
dat er kleine aanpassingen kunnen worden
gemaakt. Terugloop buiten de lus is
acceptabel.
• Bevestig de kabel pas als u klaar bent met
de indeling.
• De begrenzingskabel moet zo worden gelegd
dat er geen overtollige draad is.
Haring
Bevestig de begrenzingskabel met haringen tot
op de gespecificeerde diepte (zie afbeelding).
Bevestig een connector op beide uiteinden van
de begrenzingskabel.
1. Plaats de begrenzingskabel in het
greepgedeelte van de connector.
2. Druk de stekkerclip met een combinatietang
dicht.
3. Snijd de kabel af tot 1 a 2 cm van elke
connector.
De begrenzingskabel mag tijdens aansluiting
op het laadstation niet worden gekruist.
Sluit elke kabel aan op de connector van
het laadstation zoals voorgeschreven in de
instructies op het label op het laadstation.
Begrenzingskabel links: AL
Begrenzingskabel rechts: AR
Terugkeerdraad 1: S1
Terugkeerdraad 2: S2
1. Verwijder de afdekking van het laadstation
(M pagina 77).
2. Leid de begrenzingskabel en de
terugkeerdraden door de lipjes zoals
afgebeeld.
3. Steek de connectors op de pinnen.
4. Installeer het deksel op het station.
OPMERKING:
- Voor aansluiting van de transformator op het
laadstation (M pagina 77).
Werking