Installatie
Wij adviseren u de installatie van uw Robot-gazonmaaier door een officiële Honda-dealer te laten
uitvoeren.
Voorwaarden voor installatie controleren
Vraag aan de dealer die de installatie heeft uitgevoerd of het laadstation en de begrenzingskabel volgens
de onderstaande voorwaarden zijn geïnstalleerd. Controleer regelmatig of er nog aan deze voorwaarden
wordt voldaan.
Als er aan één van deze voorwaarden niet wordt voldaan, raadpleeg uw dealer.
We raden u aan de netvoeding door een professional te laten installeren volgens plaatselijke wetten en
voorschriften
.
Voorwaarden voor installatie van het laadstation
Afbeelding
5° (8,7%)
5° (8,7%)
Stationsrichting
Patroon 1
Patroon 3
• Het laadstation moet worden geïnstalleerd op
een vlakke ondergrond met een helling van
5° (8,7%)
niet meer dan 5° (8,7%).
• Het laadstation mag niet krom staan.
5° (8,7%)
• De schroeven moeten goed zijn vastgedraaid.
• Voordat u het laadstation installeert,
controleert u de conditie van de grond, die per
seizoen kan verschillen. Het kan nodig zijn de
grond per seizoen te onderhouden.
• Als u het laadstation rechtstreeks op het
gazon installeert, maait u het gras waarop u
het laadstation plaatst zo kort mogelijk.
• Vanwege een verkeerde installatie van het
laadstation kan de gazonmaaier mogelijk niet
worden opgeladen.
20 cm of meer
Installeer het laadstation op een plek waar geen
obstakels zijn binnen het gebied dat met de
schuine lijn wordt aangeduid.
Plaats het laadstation uit de buurt van obstakels
zoals gebouwen, bomen, enz.
1 m of meer
De gazonmaaier gebruikt GNSS-
locatiegegevens om de locatie van het
laadstation op te slaan en terug te keren naar
het laadstation. Als het laadstation achter
obstakels is geïnstalleerd, worden mogelijk
geen GNSS-locatiegegevens verkregen en
werkt de functie mogelijk niet.
Stationsrichting
Er zijn vier patronen voor het installeren van het
laadstation. Deze worden weergegeven op het
Patroon 2
instellingenscherm (M pagina 28).
Patroon 4
Installatie
Voorwaarde
15