2. Typische meetprocedure op computer/mobiel apparaat
•
Schakel VinciLab 2 in.
•
Selecteer de communicatiemodus. Volg de instructies in 1. VinciLab 2-communicatie
instellen.
•
Start Coach 7 of Coach 7 Lite programma/app op uw computer/mobiele apparaat.
•
Open een activiteit/resultaat voor meting.
•
Sluit sensor(en) aan op de sensoringang(en) of schakel interne sensor(en) van
VinciLab 2 in.
•
Het apparaat herkent automatisch aangesloten sensor(en) en geeft de
sensorpictogrammen van de geïdentificeerde sensoren weer. Sensoren, die niet
automatisch worden herkend, moeten worden geselecteerd in de sensorbibliotheek.
• De meting wordt uitgevoerd volgens de opgegeven meetinstellingen. Druk op het
werkbalkpictogram
• Start de meting met
- Meestal start Coach automatisch de meting.
- Als triggeren is ingeschakeld, wordt de meting automatisch gestart wanneer aan
de triggervoorwaarden wordt voldaan.
- Als het type meting is ingesteld op Handmatig, dan wordt Handmatige start
weergegeven in de werkbalk. Gebruik deze knop om een enkele meting te doen.
Wanneer toetsenbordinvoer(en) is opgegeven, moet de waarde van een of meer
hoeveelheden worden ingevoerd.
• De meting wordt gestopt wanneer de opgegeven meettijd (op basis van tijd) of een
opgegeven aantal monsters (handmatig) is bereikt. Als u het meetproces wilt
onderbreken, drukt u op
• Sla uw resultaat op via de menuopties Opslaan of Opslaan als... .
5
In deze procedure wordt het op gebeurtenissen gebaseerde type meting niet beschreven.
om de instellingen te controleren.
.
of <Esc>.
5
VinciLab 2 Gebruikershandleiding| 49